DGMR biedt innovatieve oplossingen voor een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving. Voor vandaag én morgen. Zo houdt dit ingenieursbureau zich al enige tijd bezig met het ‘Paris Proof’ maken van gebouwen. Jesse Plas, Expert Bouwfysica en Duurzaam Bouwen, geeft ons een kijkje in de keuken van DGMR.
‘De markt omarmt de transformatie naar een ‘Paris Proof’ gebouwde omgeving in toenemende mate’, begint Plas. ‘Beleggers, vastgoedeigenaren en gebruikers zien de noodzaak om hun verantwoordelijkheid te nemen in het tegengaan van klimaatverandering. DGMR helpt hierbij door opdrachtgevers te adviseren bij het maken van gedegen ontwerpkeuzes. Door op een slimme manier te kiezen kun je een integraal ontwerp maken waarvan de gecombineerde CO2 uitstoot, veroorzaakt door materiaal en operationeel energiegebruik, in lijn is met de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs.’
‘Paris Proof’ paviljoen in Ede Een mooi voorbeeld van hoe DGMR dat doet, zien we in Ede. Daar adviseerde het ingenieursbureau bij de nieuwbouw van het kantoor van MIX architectuur. De nieuwe huisvesting is zo duurzaam mogelijk ontworpen. Vanaf het begin dacht DGMR mee over duurzaamheid en gezondheid voor een toekomstbestendige en gezonde werkplek.
Plas vertelt: ‘Bij dit gebouw lagen de ambities zeer hoog. Samen met het ontwerpteam hebben we vanuit een integrale benadering een zeer lage CO2-voetafdruk weten te realiseren. De constructie, gevelbekleding, kozijnen, plafonds en het interieur zijn vervaardigd uit gecertificeerd hout, wat de materiaalgebonden CO2-uitstoot drastisch beperkt. Ook dachten we mee over de duurzame invulling van bouwfysische aspecten. Zo zijn de ruimten voorzien van houten lattenplafonds, waarachter akoestische isolatie is aangebracht van gerecyclede spijkerbroeken. Aanvullend minimaliseerden we het energiegebruik door de implementatie van goede isolatie, een energiezuinig klimaatsysteem voor verwarmen, koelen en ventileren en het toepassen van zonnepanelen op het groendak. Het resultaat is een ‘Paris Proof’ kantoorgebouw, met zowel lage materiaalgebonden emissies als een laag operationeel energiegebruik.
Op basis van dit soort ervaringen ziet DGMR grote kansen, maar ook uitdagingen op de route naar ‘Paris Proof’. Plas: ‘Wij vinden het van belang dat we bij het verduurzamen van onze gebouwde omgeving op een veilige en gezonde manier kunnen blijven wonen en werken. Zo moeten we bijvoorbeeld oog blijven houden voor de gevolgen die duurzaam bouwen heeft voor de brandveiligheid. Om de materiaalgebonden emissies te beperken worden steeds vaker biobased materialen toegepast, zoals hout en biocomposieten. Dit is een hele goede ontwikkeling, maar deze materialen moeten wel op een veilige manier worden toegepast. Biobased materialen gedragen zich namelijk anders dan steenachtige materialen. Hier moet rekening mee worden gehouden.’
Als tweede aandachtspunt noemt Plas gezondheid. ‘Vaak wordt automatisch aangenomen dat duurzamere materialen ook per definitie gezond zijn. Dit is helaas niet altijd het geval. Ook biobased materialen kunnen synthetische lijmen bevatten waar ongezonde vluchtige organische stoffen (VOS) uit vrijkomen die kunnen leiden tot permanente gezondheidsschade. Daarom kiezen wij samen met onze dochteronderneming bba binnenmilieu voor een holistische benadering, door bij duurzaam bouwen ook te kijken naar de gezondheidseffecten.’
Het kantoor van MIX architectuur in Ede
Voor het maken van goed onderbouwde ontwerpkeuzes ziet DGMR veel kans voor het gebruik van parametrische software, vervolgt Plas. ‘Onze ontwerpkeuzes worden steeds complexer vanwege het grote aantal prestatie-indicatoren waar wij als adviseur rekening mee moeten houden. Denk hierbij aan de CO2-uitstoot door het energie- en materiaalgebruik, maar ook aan de daglichttoetreding en de (thermische) behaaglijkheid van de ruimten. Met welke ontwerpkeuzes bereiken wij een optimum? Parametrische software, waaronder ook door ons ontwikkelde rekensoftware, helpt ons efficiënter een antwoord te vinden in een vroeg stadium van het ontwerp.’
Volgens Plas is het ‘Paris Proof’ maken van gebouwen nog grotendeels onontgonnen gebied. Daarom diept het ingenieursbureau deze relatief nieuwe methodiek, samen met opdrachtgevers, steeds verder uit. ‘Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat opdrachtgevers weten welke eisen ze moeten hanteren? Hoe zorgen we ervoor dat fabrikanten de daadwerkelijke milieubelasting van hun producten in kaart brengen? Wat is de verantwoordelijkheid van de gebouwgebruiker ten aanzien van het energiegebruik in het gebouw? En hoe monitoren wij dit? Al deze ervaringen delen wij continu met maatschappelijke organisaties zoals de Dutch Green Building Council (DGBC), onze opdrachtgevers en de rest van de markt. Zo werken we elke dag weer aan een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving.’
VOORAL BEZIG MET:
Duurzame, gezonde en veilige gebouwen
WIL BEREIKEN:
Een positieve impact op mens én milieu
OVER TIEN JAAR:
Ben ik 41 jaar
HET KANTOORMOMENT VAN DE DAG:
Wandeling in het centrum van Den Haag
LEUKSTE COLLEGA:
Erik Bogerd (sorry Rick Gerards!)
BUITEN DE DEUR NAAR:
De wekelijkse bootcamp met collega’s
EEN DEAL MET:
Een klant die intrinsiek gemotiveerd is om te verduurzamen
DE STAND VAN HET LAND:
Te veel focus op korte termijn belangen. Structurele veranderingen richting een circulaire en duurzame economie blijven helaas uit. Al zijn er zeker lichtpuntjes die vooruitgang beloven!
DE BELANGRIJKSTE ECONOMISCHE ONTWIKKELING:
Het beprijzen van CO2-uitstoot en milieuschade
DE BELANGRIJKSTE GEOPOLITIEKE ONTWIKKELING:
De energietransitie
UITKIJKEN NAAR:
De toekomstige mogelijkheden van AI
ZORGEN VOOR/OVER:
Klimaatverandering
NIET VERGETEN:
Positief te blijven!
ONMISBAAR:
Een vleugje humor en luchtigheid
BELANGRIJKSTE PERSOON/PERSONEN:
Familie
WEGGEVEN:
Kennis en positiviteit
AANVAARDEN:
Situaties die ik niet kan veranderen
VERANDEREN:
Zaken die ik wél kan beïnvloeden
DURVEN:
Klanten en teamleden vaker wijzen op niet-duurzame keuzes
GOEDE VOORNEMENS:
De CPC Loop Den Haag
NOOIT MEER DOEN:
Bolletjesvla meenemen in mijn laptoptas
VRIJE TIJD:
Tuinieren in de buurtmoestuin