19 mei 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #146: ‘Wonen is geen onderwerp waar je met dikke rapporten het verschil maakt’

In Zeeland is de druk op de woningmarkt voelbaar, net als in de rest van Nederland. Jongeren blijven noodgedwongen thuis wonen, arbeidskrachten vinden geen onderdak en gemeenten worstelen met het doorlopen van planprocedures. Toch lukt het de provincie Zeeland om op koers te blijven voor haar woningbouwdoelen richting 2030. Sterker nog, Zeeland bouwt sneller dan het Rijk had verwacht. Gedeputeerde Wonen Dick van der Velde (VVD) vertelt hoe samenwerken, schakelen en vooruit durven denken het verschil maken.

Wat zijn op dit moment de grootste uitdagingen op het gebied van wonen in Zeeland

‘Dat is een breed palet. De stikstofregels zijn een enorme spelbreker, net als in de rest van Nederland. Daarnaast zijn de bouwkosten gestegen, is er schaarste aan grond en gemeenten moeten vaak onderhandelen met grondeigenaren zoals agrariërs om locaties beschikbaar te krijgen. En dan heb je nog de beperkte capaciteit bij gemeenten: er zijn niet altijd genoeg mensen met de juiste kennis om projecten vlot te trekken. Ook de netcongestie speelt mee – op sommige plekken kunnen we simpelweg nog geen grote woningbouwprojecten aansluiten op het elektriciteitsnet.’

Toch liggen jullie op koers om de afgesproken aantallen woningen te halen. Hoe kan dat?

‘We hebben vanaf het begin gekozen voor samenwerking. In Zeeland hebben álle gemeenten een handtekening gezet onder onze regionale woondeal dus we zijn als één team de wedstrijd ingestapt. Daardoor spreken we dezelfde taal, trekken we samen op en weten gemeenten ons ook snel te vinden als ze vastlopen. Ontwikkelaars of corporaties trekken ook bij ons aan de bel als er iets spaak loopt. En dan kijken wij hoe we kunnen helpen, bijvoorbeeld door het leveren van extra capaciteit of het versnellen van procedures.’

Kun je een concreet voorbeeld geven van zo’n hulpactie?

‘Zeker. Laatst kwam er een gemeente bij ons waar een project dreigde stil te vallen. De ontwikkelaar was gefrustreerd, de gemeente had simpelweg niet de mensen om het proces voort te zetten. Dan schakelen wij via onze raamovereenkomst een partij in die direct aan de slag gaat. Die kan procedures opstarten, vergunningen voorbereiden of advies geven. Dat geeft rust én snelheid. Gemeenten zijn daar heel blij mee, want ze voelen zich gesteund.’

Welke andere manieren gebruiken jullie om gemeenten te ondersteunen?

‘Naast extra handjes leveren we ook inhoudelijke hulp. We hebben binnen de provincie korte lijnen ingericht, zodat woningbouwplannen sneller behandeld worden. En in mijn kamer organiseer ik elke paar weken een spreekuur. Daar komen ontwikkelaars, initiatiefnemers of corporaties met vragen of knelpunten. Dan is het prettig dat ik als gedeputeerde snel kan schakelen met collega-bestuurders of ambtenaren. Zo krijg je dingen voor elkaar.’

Die korte lijnen zijn dus essentieel?

‘Zeker. Wonen is geen onderwerp waar je met dikke rapporten het verschil maakt. Het gaat om tempo maken, obstakels wegnemen en elkaar weten te vinden. En dat lukt in Zeeland goed, juist omdat we klein zijn. We hebben maar dertien gemeenten dus: overzicht en korte lijntjes. Het betekent ook dat je elkaar moet vertrouwen en verantwoordelijkheid moet durven nemen.’

Jullie zijn ook bezig met versnellingstafels..

‘Ja, dat zijn overleggen waarin we per project bekijken wat er nodig is om tempo te maken. Soms betekent dat dat je een project naar voren haalt in de planning omdat een ander nog vastzit op stikstof. Of dat je het bestuurlijke gesprek voert. Die flexibiliteit helpt enorm.’

De woondeals richten zich op aantallen, maar hoe zit het met de inhoud van de woningbouw?

‘Die is minstens zo belangrijk. Elke drie jaar doen we samen met gemeenten, corporaties en marktpartijen een provinciaal woonbehoefteonderzoek. Daaruit blijkt dat de grootste behoefte in Zeeland ligt bij betaalbare woningen en woningen geschikt voor ouderen. Vooral sociale huur, middenhuur en betaalbare koop. En dat past precies bij de afspraken die we met het Rijk hebben gemaakt: twee derde van de nieuwbouw moet betaalbaar zijn en een flink deel zogenoemde ‘nultredenwoningen’. We bouwen dus niet alleen veel, maar ook gericht.’

Hoe houden jullie bij of dat ook echt lukt?

‘Als blijkt dat een gemeente moeite heeft met realisatie van de woondeal, gaan we het gesprek aan: moeten we bijsturen? Moet je andere plannen naar voren halen? Dat gesprek voeren we samen met corporaties en ontwikkelaars.’

Jullie hebben dus echt een regierol gekregen vanuit het Rijk. Hoe bevalt dat?

‘Die rol past ons goed en gelukkig hoef ik er niet heel vaak dwingend op te sturen. De meeste gemeenten zien zelf ook dat die regie nodig is. We werken pas drie jaar met de woondeal en veel plannen zitten nu in uitvoering. Het is logisch dat we nu scherper gaan kijken naar de betaalbaarheid en de kwaliteit van het aanbod.’

Jullie kijken inmiddels ook verder dan 2030. Wat is het idee achter Zeeland 2050?

‘We bouwen nu aan een visie voor de lange termijn. In 2050 willen we nog steeds kunnen genieten van voorzieningen, van de huisarts in het dorp tot het theater in de stad. Maar daarvoor moet je nú nadenken over groei. Welke woningen zijn nodig? Welke bedrijvigheid hoort daarbij? Hoe houd je jongeren vast? Samen met gemeenten en andere partners verkennen we hoe Zeeland er in 2050 uit moet zien. Ik noem het gemakshalve de woondeal 2.0, maar het gaat over veel meer dan alleen woningen.’

Wat is jouw ideaalbeeld van Zeeland over 15 à 20 jaar?

‘Een provincie waar jonge mensen kunnen blijven wonen, waar voorzieningen overeind blijven en waar mensen een woning kunnen vinden die past bij hun levensfase. En dat terwijl we het karakter van Zeeland behouden: de ruimte, de rust, de kwaliteit van leven. Die balans tussen groei en leefbaarheid is het kompas voor alles wat we doen.’

Zijn er ook dingen die nog beter kunnen?

‘Zeker. Wat ik lastig vind, is dat we in bezwaarprocedures vaak alleen kijken naar de mensen die al een woning hebben. Hun uitzicht verandert, hun omgeving. Maar we vergeten de mensen die géén woning hebben. Die op zolder wonen bij hun ouders. Of in een hotelkamer bivakkeren omdat er geen huurwoning is. Ik zou graag zien dat hun stem ook zwaarder meeweegt. Dat vraagt om een andere manier van denken over ruimtelijke besluitvorming.’

Heb je hoop dat dat verandert?

‘Ik hoor het gelukkig steeds vaker, ook van gemeenten. Het besef groeit dat we óók verantwoordelijkheid hebben voor mensen zonder dak boven hun hoofd. Dat is een belangrijke stap vooruit.’

Persoonlijke vragen Dick van der Velde

WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
‘Doe het niet alleen maar samen!’
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Allereerst ben ik trots op mijn gezin om heel veel redenen. Voor mezelf ben ik trots op het feit dat ik dit werk mag en kan doen én samen mag doen met al die mensen die hierbij ondersteunen.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
‘Ik ben niet zo’n boekenwurm, ik luister liever naar podcasts (over achtergronden bij het nieuws).’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘One Flew Over the Cuckoo’s Nest.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Ik ga naar de sportschool en zwem graag (maar doe ik echt te weinig).’
HOE LAAT STA JE OP?
‘5.00 uur.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
‘Spanje.’
WAT IS HET BESTE RESTAURANT?
‘In Goes teveel om op te noemen.’
WAT IS JOUW MOTTO?
‘Kan het niet wat sneller? (ik ben wat ongeduldig van aard).’

All rights reserved © 2025 Young Media