Als ontwikkelaar en bouwer van een distributiecentrum dat volledig is ingebed in een spectaculair landschap loopt Remmers Bouwbedrijf voorop in de broodnodige vernieuwing van het logistiek vastgoed. Het Tilburgse familiebedrijf vindt het vanzelfsprekend dat de vastgoedsector zélf met oplossingen komt voor urgente maatschappelijke vraagstukken zoals verduurzaming. Directeur Richard Marijnissen en commercieel manager bedrijfshuisvesting John Pootjes pleiten voor een brede blik. ‘Als transportland moeten we veel creatiever gaan denken in oplossingen.’
Dat in ons land tal van functies om ruimte vragen is een terugkerend issue in het debat over de ruimtelijke ordening. Een debat dat vaak heftige reacties teweegbrengt en partijen niet per se dichter bij elkaar brengt. De ‘verdozing’ van het landschap met grootschalige distributiecentra is precies zo’n bewogen thema. De markt voor logistiek vastgoed is de afgelopen jaren stevig gegroeid, net als de weerstand tegen deze ontwikkeling. Overheden werken aan restrictieve maatregelen. Tegelijkertijd zal de economische noodzaak voor distributiecentra in transportland Nederland alleen maar toenemen. Het is, kortom, tijd voor oplossingen, vinden collega’s Richard Marijnissen en John Pootjes van Remmers Bouwgroep. ‘Dit is de toekomst, óók voor ons als ontwikkelaars en bouwers. Hoe gaan we als maatschappij om met deze vraagstukken? Waar gaat men nog accepteren dat dit soort grootschalige functies worden gebouwd? Daar moeten we vanuit de vastgoedwereld over meedenken én meehelpen in het aandragen van oplossingen. Die creativiteit hebben we ook als sector, we moeten ons steentje bijdragen.’
Voor Remmers Bouwgroep gaat een opdracht dan ook altijd om meer om het neerzetten van een gebouw an sich. Richard: ‘Dat is typisch de gedachte van een klassieke aannemer. Terwijl we het moeten hebben over veel meer dan het gebouw alleen. Natuurlijk is materiaalgebruik en dergelijke heel belangrijk, maar kijk vooral ook naar het gebied eromheen. Hoe ga je voor de locatie de beste oplossing bereiken?’ Ruimtelijke ordening is dan ook vooral iets wat markt en overheid samen moeten oppakken, vindt hij. ‘De overheid moet ons niet alleen maar regels opleggen, maar echt met ons aan tafel gaan zitten. Wij ervaren overigens dat ze daar ook echt open voor staan. Dat zijn goede bewegingen.’ Tegelijkertijd moet ook markt aan de bak. ‘Er ligt een gezamenlijk vraagstuk. De vraag naar logistieke distributiecentra blijft gewoon heel groot de komende jaren.’
‘DE MINDSET MOET OM: HET DISTRIBUTIECENTRUM NIET MEER ALLEEN ALS EEN PROBLEEM ZIEN’
Onder meer omdat Remmers Bouwgroep over een eigen ontwerpstudio beschikt, is het bedrijf daadwerkelijk in staat om in eigen huis met oplossingen te komen. Waaronder vernieuwende concepten voor logistieke centra, die juist een bijdrage leveren aan een vitale en duurzame leefomgeving. Richard: ‘De crux zit in de inpassing van het distributiecentrum. Er wordt doorgaans in project vaak geen enkele aandacht geschonken aan de buitenkant. Zo ontstaat het beeld van anonieme vierkante dozen, waar niemand op zit te wachten. Wij kijken met onze ontwerpen juist naar wat er mogelijk is aan inpassing aan de omgeving, zoals het gebruik van groen. Een mooi voorbeeld is ons concept voor een distributiecentrum welke helemaal is ingebed in het landschap.’ Het idee ontstond omdat er bij een ander project veel grond moest worden afgegraven om het pand te realiseren. In plaats van dat in duizenden vervuilende vrachtladingen af te voeren, ontstond het idee de grond creatief in te zetten en hiermee een groen landschap te maken met verschillende hoogtes, waar je kunt parkeren en recreëren. Alle installaties zijn verwerkt in het ontwerp waarbij het pand volledig zelfvoorzienend kan zijn en mogelijk ook ingezet kan worden als ‘energiecentrale’ voor andere panden in de omgeving, of zelfs voor een nabij gelegen woonwijk. John: ‘Dit is een natuurinclusieve, duurzame oplossing voor een distributiecentrum. Het gebouw is volledig verwerkt in het landschap.’
Richard Marijnissen, directeur Remmers bouwgroep
‘DE VRAAG NAAR LOGISTIEKE CENTRA BLIJFT GROOT DE KOMENDE JAREN’
Het concept kan op veel bijval rekenen, onder meer vanuit de branchevereniging DILAS waar Remmers Bouwgroep actief in is. ‘Het is cruciaal dat we vanuit de branche beseffen dat we alle inwoners van steden en dorpen in Nederland moeten meenemen in nieuwe oplossingen, want de aversie tegen logistiek vastgoed is gewoon heel erg groot, en soms ook terecht. Het kan echt nog zoveel beter!’, stelt Richard. Het meenemen van bewoners en andere stakeholders bij projecten doet Remmers Bouwgroep dan ook altijd zelf. John: ‘We nemen de omgeving mee in wat er gaat komen en wat voor invloed dat heeft voor bewoners, zoals parkeren of bezonning. Omdat we mensen van het begin af aan meenemen, kunnen we ontwerpen ook nog aanpassen.’ Wat voor rol verwachten de collega’s van de overheid als gespreks- en samenwerkingspartner? Richard: ‘De directeurgeneraal van het ministerie van VRO was laatst te gast bij Logistiek Nederland op het hoofdkantoor Van Mossel. Het brede gevoel in de branche is dat het veel te traag gaat bij de overheid met zowel visie als concrete maatregelen. Ja, daar ligt zeker een pijnpunt. Maar laten we vooral ook als branche beseffen dat we zelf een opdracht én een groot belang hebben om goed om te gaan met de ruimtelijke ordening.’
‘DE BRANCHE HEEFT ZELF EEN OPDRACHT EN EEN GROOT BELANG OM GOED OM TE GAAN MET RUIMTELIJKE ORDENING’
Ondertussen wordt de ruimte voor distributiecentra steeds schaarser. Een goede inpassing in de omgeving wordt dus alleen maar relevanter de komende jaren. Daarbij is vooral een ruime blik belangrijk. Richard: ‘We moeten er alles op loslaten: het energievraagstuk, transport, milieu, ruimte, noem maar op, om daarmee tot echt nieuwe, creatieve oplossingen te komen. De mindset moet om: het distributiecentrum niet meer als alleen een probleem zien.’ De rol van de overheid zou er dan uit kunnen bestaan dat ze gebieden toewijst waar de logistieke centra zijn toegestaan. De rol van de markt is vervolgens te zorgen dat de impact op de omgeving zo beperkt mogelijk is. John: ‘Denk daarbij vooral breed. De oplossingen zijn echt legio. Zoals meervoudig ruimtegebruik, hergebruik van materialen, zelfvoorzienend, multifunctioneel. Kunnen we iets op het dak doen? Combinaties maken de omgeving? Hoe brengen we de natuur terug?’ Brownfields, voormalige haven- en industriegebieden, zouden heel geschikte locaties zijn om te herontwikkelen tot groene logistieke bedrijvenparken, stellen de collega’s. ‘Ze liggen vaak al buiten de steden, aan knooppunten en snelwegen waardoor het omliggende gebied er minder last van heeft. Een pluspunt is dat deze gebieden zelfs een stepping stone kunnen zijn om de natuur weer de stad in te trekken.’
‘VANUIT DE VASTGOEDWERELD MOETEN WE MEEDENKEN IN HET AANDRAGEN VAN OPLOSSINGEN VOOR URGENTE PROBLEMEN’
Ook op het ‘eigen’ industriegebied is Remmers actief. Het bedrijf bouwde hier in de jaren 80 en 90 bedrijfsruimten voor grote internationale opdrachtgevers als Fuji die naar Europa trokken. Het eigen kantoor uit 1992 is net helemaal verbouwd en van top tot teen aangepast aan de wensen en eisen van de moderne kantoorgebruiker. Richard: ‘Er staan hier ook panden die zo’n slag eigenlijk niet meer aan kunnen. Wij kijken er nu naar of we panden kunnen gaan opkopen en volledig te gaan herbouwen of upgraden. We doen dat enerzijds als belegger, maar er zit ook een andere gedachte achter. We kijken als modern familiebedrijf naar de vraagstukken om ons heen. Kunnen we die op een andere manier in gaan vullen, wat kunnen we daar in betekenen? We behoren niet tot de grootste bedrijven van het land, maar als stevige middenklasse belegger, ontwikkelaar en bouwer zijn we wel bezig om daar groots in te denken en echt met nieuwe oplossingen te komen.’
VOORAL BEZIG MET:
Klantrelaties, acquisitie, projecten
WIL BEREIKEN:
Duurzame groei en waarde voor klanten
OVER TIEN JAAR:
Dan wil Richard stoppen
HET KANTOORMOMENT VAN DE DAG:
Is wanneer het commercieel team even samenkomt om niet alleen successen en ideeën te delen, maar ook om het gezellig en leuk te hebben met elkaar
Zakelijke terugblik 2024
WELK CIJFER GEEF JE 2024:
7, je bent op mijn leeftijd nog niet waar je moet zijn, je moet altijd doelen blijven houden
BESTE ZAKELIJKE BIJEENKOMST:
Montea reality check
Persoonlijke terugblik 2024
LEUKSTE DINER:
Dat is ons commercieel diner
GROOTSTE VERLIES:
Afscheid van mijn vader
Zakelijke vooruitblik voor 2025
WAT IS JE PLAN VOOR 2025:
Toonaangevende groei van het bedrijf, versterking van klantrelaties in een dynamisch, hecht commercieel team
Persoonlijke vooruitblik voor 2025
WAAR VERHEUG JE JE OP:
Ik kijk ernaar uit om kansen te creëren voor interessante, duurzame en uitdagende projecten die niet alleen bijdragen aan de groei van Remmers, maar ook aan mijn persoonlijke ontwikkeling