Terwijl Mona Keijzer vanuit de politiek de woonambities probeert waar te maken, doet Chris Kuijpers dat als directeur-generaal vanuit het departement Volkshuisvesting & Ruimte Ordening, een door dit kabinet nieuw opgericht ministerie. We spraken hem in Den Haag.
‘Heel urgent. En dat moeten we ook echt zo voelen. Het gaat niet alleen om stenen, maar om mensen die vastlopen in hun leven. Jongeren die noodgedwongen bij hun ouders blijven wonen, starters die nergens terecht kunnen en mensen die de helft van hun inkomen kwijt zijn aan huur. Dit is geen probleem van de toekomst, dit speelt nu. Bij de Woontop kwam een kalender uit met 365 verhalen van woningzoekenden. Elke pagina toonde een echt mens, met een echt probleem. Je loopt erlangs en ziet de gezichten, leest hun verhalen. Dan besef je pas hoe ingrijpend dit is. Dit gaat niet om statistieken, maar om levens die stilstaan. Dat geeft ons de motivatie om dit probleem keihard aan te pakken.’
‘Dat heeft meerdere oorzaken. Besluitvorming duurt lang, regelgeving is complex en er zijn altijd belangen die elkaar kruisen. Maar eerlijk gezegd: we hebben het ook gewoon te ingewikkeld gemaakt. We moeten durven versnellen.’
‘We hebben heel veel regels, van bestemmingsplannen en milieueisen tot bezwaarmogelijkheden. Dat is allemaal logisch, maar als je het stapelt, krijg je vertraging. In Limburg was het beleid jaren gericht op krimp, en nu is er ineens woningtekort. Daar moet je sneller op kunnen inspelen.’
‘Exact. Met de Woondeals maken we concrete afspraken over woningbouw. Dat betekent dat we nu niet alleen doelen stellen, maar ook zorgen dat het echt gebeurt. Provincies en gemeenten moeten meebewegen en we houden elkaar scherp op de uitvoering. We kijken niet alleen naar waar gebouwd kan worden, maar ook naar hoe we dat zo efficiënt mogelijk kunnen doen.’
‘Allereerst moeten we sneller knopen doorhakken. Beslissingen over locaties, vergunningen en infrastructuur moeten vlotter. Daarnaast moeten we slimmer bouwen. Industrieel bouwen, waarbij woningen in de fabriek worden gemaakt, is bijvoorbeeld sneller en efficiënter. Dat helpt enorm. Verder is er een betere samenwerking nodig tussen overheden, ontwikkelaars en woningcorporaties. Dat vraagt om een cultuurverandering: minder bureaucratie, meer actie. Ook kijken we naar procesversnelling. Het duurt nu soms acht tot tien jaar om een woonlocatie te ontwikkelen. Dat moet omlaag naar vier jaar. Hoe? Door parallel te werken in plaats van sequentieel. Nu wachten we vaak op een bestemmingsplan voordat een volgende stap gezet wordt. Maar als je al bouwvoorbereidingen treft terwijl vergunningen lopen, kun je jaren winnen.’
‘We zetten ons niet alleen in voor meer bouw, maar ook voor de juiste bouw. De bevolkingssamenstelling verandert, dus we moeten nadenken over meer seniorenwoningen, deelwoningen en verdichting in bestaande wijken. Daarnaast kijken we naar regelgeving: wat is echt nodig en wat vertraagt onnodig? Ook moeten we zorgen voor betere infrastructuur, zodat nieuwe woongebieden goed bereikbaar zijn.’
‘Het investeringsklimaat is inderdaad veranderd. Beleggers willen stabiliteit en voorspelbaarheid. Wij moeten zorgen dat de randvoorwaarden kloppen, zodat ze blijven investeren in Nederland. Dat betekent niet dat we alles los moeten laten, maar we moeten wel een balans vinden tussen betaalbaarheid en investeringsbereidheid. Er zijn recent maatregelen genomen om investeerders tegemoet te komen, zoals de verlaging van de overdrachtsbelasting. Tegelijkertijd moeten we ervoor zorgen dat er niet alleen in de top van de markt wordt gebouwd, maar ook in het middensegment.’
‘Ja, zeker. We hebben beter inzicht in plancapaciteit, er zijn versnellingstafels om knelpunten aan te pakken en sommige projecten lopen echt sneller. We zien ook dat er meer interesse is in innovatieve bouwmethoden, zoals modulair en circulair bouwen. Dit zijn ontwikkelingen die ervoor kunnen zorgen dat de bouwproductie stijgt zonder dat dit ten koste gaat van de duurzaamheid. We moeten doorpakken, maar de eerste stappen zijn gezet.’
‘Toen ik in 2017 begon, hadden we twee directies en ongeveer honderd medewerkers. Dat was te weinig om de wooncrisis echt aan te pakken. Inmiddels hebben we vier directies, waaronder één die zich specifiek richt op woningbouwrealisatie. Deze mensen houden zich bezig met concrete projecten, zorgen dat knelpunten worden opgelost en werken samen met provincies en gemeenten om de bouwproductie te versnellen. Het is een noodzakelijke professionaliseringsslag, want zonder daadkracht en uitvoering blijven beleidsplannen slechts papier.’
‘Dat we de woningcrisis oplossen en niet meer ieder jaar een debat hoeven te voeren over hoe groot het tekort is. Dat we een systeem hebben waarin er continu voldoende woningen worden gebouwd, passend bij de behoeften van mensen. En ja, dat betekent ook dat wij als overheid misschien een keer overbodig worden. Dat zou mooi zijn. Maar tot die tijd blijven we werken aan snellere procedures, meer innovatieve bouwmethodes en betere samenwerking tussen alle partijen in de sector.’
WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
Blijf je zelf
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
Mijn kinderen
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
Een Frans Leven van Jean-Paul Dubois
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
Kill Bill deel 2
WELKE SPORT DOE JE?
Wandelen/fitness
WAT IS JE FAVORIETE STAD?
Rotterdam
HOE LAAT STA JE OP?
6.45 uur
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
Spaanse binnenlanden
WAT IS HET BESTE RESTAURANT?
Bistro Bord’O in Leiden
WAT IS JOUW MOTTO?
Wat kan wel ofwel waar een wil is, is een weg
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
Pieter Winsemius. Weet strategie op LT fantastisch te verbinden met korte termijn.