De 43 jarige Ard Hoksbergen had al als kind de droom om architect te worden. Spelend op de bouwplaats van een nieuwbouwwijk in wording in Hasselt wilde hij de gebouwen het liefst mooier maken en de ruimte beter indelen. Voor zijn architectenbureau Studio Ard Hoksbergen in Amsterdam is schoonheid nog steeds een van de drijfveren. Al 12 jaar ontwerpt hij vanuit zijn studio aan architectuur die resoneert met de omgeving.
Hoksbergen staat met zijn voeten in de klei. Hij gelooft in de schoonheid van vakmanschap. ‘Gelukkig ben ik begonnen bij de MTS bouwkunde. Daar leer je de praktische kant van het vak. Timmeren, metselen, maatvoeren. Pas daarna ben ik naar de HTS en Academie van Bouwkunst gegaan. Ik ben nog elke dag blij dat ik alle facetten van de bouw en architectuur doorlopen heb. Daardoor kan ik nu op alle niveaus meepraten en meedenken.’
Hoksbergen onderkent de enerverende tijd in zijn vak. Niet alleen de bouw, maar ook de architectuur, staat voor enorme uitdagingen. ‘De woningnood, klimaatverandering en leefbaarheid veranderen ons vak. We gaan gelukkig steeds meer biobased, vooral met hout, bouwen. Die ontwikkeling is in de afgelopen jaren versneld. Die ontwikkelingen zijn razend interessant. Maakbaarheid wordt weer belangrijk.’ Hoksbergen is er bovendien van overtuigd dat houtbouw veel impact heeft op de gezondheid en het welzijn van de mens. ‘ Een oud Chinees gezegde luidt: Ben je ziek, ga dan naar de dokter. Kan hij je niet helpen, ga dan in een houten huis wonen.’
Maar ook circulariteit komt steeds meer op. Hoksbergen: ‘Er is steeds meer waardering voor post ’65 gebouwen, jong cultureel erfgoed. Wederopbouwwijken uit die tijd worden vaker getransformeerd in plaats van gesloopt. Super duurzaam.’ Ook schoolgebouwen die men vroeger lelijk vond, worden nu met andere ogen bekeken en blijken ruwe diamanten.
Leyhof Den Haag
Vroeger was een architect bij het hele ontwerpen bouwproces betrokken. Vanaf het begin tot aan het einde had de architect zeggenschap over het ontwerp. Dat wordt steeds meer ingeperkt. ‘Uitvragen van gemeentes zijn vaak strak omlijnd’, zegt de architect. Bouwvolume, uitstraling, etc. staan grotendeels vast. Ontwikkelaars tekenen hun eigen woningplattegronden. ‘Ons vak wordt steeds meer een invuloefening. Gelukkig zijn we bij sommige projecten juist heel nauw betrokken. Daar ben ik dan twee keer per week te vinden in de bouwkeet, om uitdagingen ter plekke op te lossen. De bouwplaats heeft nog steeds iets magisch voor mij.’
Gemeenten en ontwikkelaars onderschatten vaak de ontwerpkracht van architecten. ‘Ze kiezen voor standaard ‘producten’ die goed in de markt liggen.’ Hoksbergen vindt het jammer dat er weinig ruimte is voor experimentele woningbouwplattegronden, zoals in de jaren ’70 en ’80. ‘Juist die woningen zijn nu erg in trek.’ Ook het ontwerptraject na de omgevingsvergunning wordt vaak niet meer gegund aan architecten. ‘Een technisch ontwerp maken hoort idealiter bij ons vak, maar aannemers doen dat steeds vaker zelf. Maar die missen soms de doorwerking van idee naar detaillering, waardoor de samenhang van het ontwerp verzwakt.’ In de betere gevallen komen aannemers bij hem om te sparren. ‘Wij kennen het ontwerp en de keuzes door en door. Dat draagt veel bij aan de kwaliteit waar wij naar streven.’
De architect staat voor bedachtzame, zorgvuldige architectuur. ‘We denken over elk detail na. Een beetje als de oude bouwmeesters aan het begin van de vorige eeuw. Wij streven net als zij naar contemporain totaalwerk, waar betaalbaarheid, duurzaamheid en sociale aspecten een grote rol spelen.’ Daarom maakt Hoksbergen veel maquettes en mock-ups van zijn ontwerpen. Ook schetst hij samen met aannemers aan details. ‘Dat zie je altijd terug in het gebouwde resultaat.’ Hij houdt graag zeggenschap over zijn projecten, of blijft in ieder geval nauw betrokken om de schoonheid die hij voorstaat te borgen. Hoksbergen: ‘Filosoof Maxim Februari verwoordde het goed. Schoonheid is een mensenrecht. Dat ontstaat volgens mij waar ontwerp en bouwwijze bij elkaar komen.’
Elk project wordt ontworpen in de context van de natuurlijke, gebouwde en sociale omgeving. ‘We kijken naar de culturele of historische betekenis. Dat nemen we mee in ons ontwerp. We maken gebouwen die niet perse bij de eerste blik opvallen, maar bij nader inzien toch bijzonder zijn’, legt Hoksbergen uit. Hij noemt deze bescheiden maar gedurfde ontwerpen ‘subtiele iconen’, zoals de Leyhof in Den Haag, waar collectiviteit en duurzaamheid samenkomen. Hij legt de focus in zijn ontwerpen op 3 thema’s: vakmanschap, verbinding en bestendigheid. Net zo belangrijk als geld en tijd vindt hij. ‘Maar in geen enkele spreadsheet te vinden. Het is onze schone taak om die aspecten te bewaken.’
‘WE ONTWERPEN GEBOUWEN WAAR ONZE KLEINKINDEREN TROTS OP KUNNEN ZIJN’
Vakmanschap ziet hij als de kunst van het bouwen. Materiaalkeuze en detaillering dragen bij aan de esthetiek van gebouwen. Zowel visueel als conceptueel. Bijvoorbeeld bij het ontwerp van een school in Amsterdam West. Daarvoor bedacht Hoksbergen een markering in de straat: een grote schoorsteen. ‘Ter herinnering aan de oude school die er stond en als ankerpunt van de wijk. Gedetailleerd met alleen maar hele bakstenen, verdiept voegwerk en materialen in zijn puurste vorm.’
Een gebouw staat niet op zichzelf, maar staat in verbinding met de ruimtelijke en sociale omgeving. Daarom ontwerpt Hoksbergen niet alleen voor de gebruiker, maar ook voor de dagelijkse voorbijganger. ‘Voor wie bouwen we en hoe kan het gebouw bijdragen aan de buurt? We proberen eerst de gebruiker en sociale context te doorgronden voordat we gaan ontwerpen.’ Soms bestudeert hij met een stadssocioloog de sociale cohesie. Dat leverde onder andere het ‘BuurtBlok’ op, een concept voor kleinschalige interventies om de leefbaarheid in buitenwijken van grote steden te verbeteren.
Veerkracht Amsterdam
Hoksbergen merkt dat steeds serieuzer omgegaan wordt met energieverbruik, maar ook met schoon bouwen. ‘Juist het bouwen zelf stoot veel CO2 uit. Dat moet verminderd worden. Ons project Leeuwepoort heeft een biobased bouwvolume van 70%. Met een massief houten casco, stro als isolatie, gevels van hout en gerecyclede bakstenen en elektrisch materieel tijdens de bouw.’ Daarnaast speelt schoonheid een belangrijke rol in bestendige architectuur. ‘Wij willen gebouwen ontwerpen waar toekomstige generaties nog volop van genieten.’
Leeuwepoort Utrecht
Hoewel Studio Ard Hoksbergen veel woningbouw doet, wordt de architect ook heel blij van scholenbouw. Een kwart van hun werk besteden ze daarom ook aan deze niche. Als voorbeeld noemt hij Basisschool Veerkracht in Amsterdam, waar hij de prestigieuze Abe Bonnema Prijs mee won en daarmee zijn naam vestigde. ‘Met een moeilijke opgave en krap budget hebben we toch bijzonder verrassende architectuur weten te maken. Dat kwam vooral omdat we alles zelf konden ontwerpen en ons vakmanschap konden uitdrukken. Alleen de hoogte en de maximale grootte was vastgesteld, verder waren er geen ruimtelijke kaders. Op dit soort totaalprojecten ben ik dol’, zegt Hoksbergen gelukzalig.
De gepassioneerde architect wil gebouwen ontwerpen die minimaal 500 jaar meekunnen. Zowel qua materialen, functieverandering, schoonheid en duurzaamheid. ‘Kijk naar de grachtengordel. Prachtig, oud en het doet nog steeds dienst voor steeds andere functies. Die flexibiliteit streven wij ook na in onze ontwerpen. Wij voelen ons verantwoordelijk om de toekomst te scheppen met vakmanschap, bestendigheid en verbinding en gebouwen te ontwerpen waar wij en onze kleinkinderen trots op zijn.’
WAT IS HET ALLERBELANGRIJKSTE DAT WE NU NODIG HEBBEN IN DE WONINGMARKT?
Een langetermijnvisie, geen quick fixes
MOET DE REGIE WEER BIJ HET RIJK LIGGEN OF JUIST LOKAAL HOUDEN?
Bij het Rijk
HOE HOUDEN WE WONEN BETAALBAAR?
Bouw nuchtere casco’s, maak rijkheid waar je het voelt
WELKE BIJDRAGE WIL JIJ LEVEREN?
Flexibele gebouwen met een lange levensduur ontwerpen
WELKE FACTOREN ZIJN BELANGRIJK VOOR DE WOONMILIEUS VAN DE TOEKOMST?
Woonkwaliteit, collectiviteit
HERONTWIKKELING OF NIEUWBOUW?
Herontwikkeling waar mogelijk, nieuwbouw waar noodzakelijk
WAAR LIGGEN DE MEESTE KANSEN, BINNENSTEDELIJK OF IN HET BUITENGEBIED?
Precies ertussenin, de buitenwijken van de steden
HOE KUN JE AANTREKKELIJKE WONINGEN BLIJVEN BOUWEN IN DEZE MARKT?
De definitie van ‘aantrekkelijk’ verandert continu. We moeten dus woningen bouwen die kunnen meeveranderen met de tijd
WAT IS JE FAVORIETE UITWAAIPLEK?
Parnassia aan Zee
HOE KOM JIJ TOT JEZELF NA EEN DRUKKE WERKWEEK?
Tijd doorbrengen met mijn gezin
HOEVEEL UUR SPORT JE PER WEEK?
3u (hardlopen)
HOE GA JE OM MET ERGERNISSEN?
Met humor
NAAR WELKE PODCAST LUISTER JE GRAAG?
Ervaring voor beginners, van Theo Maassen
WELK BOEK LEES JE NU? (OF GA JE LEZEN)
De ambachtsman, van Richard Sennet
ZETTEN WE IN OP STANDAARDISERING OF BLIJVEN WE MAATWERK LEVEREN?
Op standaardisering die slim genoeg is om maatwerk mee te kunnen leveren
HOE SPELEN WE IN OP TRENDS ALS GEMEENSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN?
Die zijn extreem belangrijk, zowel voor leefbaarheid als voor duurzaamheid (minder gebouwd oppervlak)
HOE KUNNEN DE WOONBLOKKEN VAN DE TOEKOMST BIJDRAGEN AAN EEN LEVENDIGE OMGEVING WAAR ONTMOETING MOGELIJK IS?
Door in te zetten op collectiviteit in de breedste zin; ruimtelijk, participatief en landschappelijk
WELKE LEVENSLES HEB JE GELEERD EN VAN WIE?
‘The first draft of anything is shit’; van Ernest Hemingway
WAT WIL JIJ MENSEN MEE GEVEN?
Hetzelfde; begin gewoon, het werk moet verzet worden
WAT WAS VOOR JOU EEN BESLISSEND MOMENT IN JE LEVEN?
Mijn eerste bezoek aan de Abdij Sint Benedictusberg in Vaals. Toen wist ik zeker: ik wil architect worden
WELKE WAARDEN WIL JE UITSTRALEN?
Betrokkenheid, schoonheid, toewijding
WAAR KOM JIJ ‘S OCHTENDS JE BED VOOR UIT?
Voor espresso uit mijn mokka, dagelijks om 6.30
HOE GA JIJ OM MET UITDAGINGEN?
Heel planmatig; eerst ontrafelen, dan gestructureerd aanpakken
WAT IS JE DIEPSTE DRIJFVEER?
Mijn nakomelingen
WAT WIL JIJ BIJDRAGEN?
Ontwerpen aan een wereld die over 50 jaar beter is dan nu
WELKE VITAMINES SLIK JE DAGELIJKS?
B12. Ik eet heel weinig vlees
WAAR KOM JE TOT RUST?
In de natuur