10 Oct 2024 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #92: Tim Beckmann: ‘We moeten verder kijken dan het idee van ‘dozen’’

Abonneer je nu!

Lees hier meer over VG Visie Premium...

Ben je al lid? Log hieronder in om meteen verder te lezen.

Nederland staat bekend als een logistiek knooppunt, maar distributiecentra – vaak afgeschilderd als ‘grote lelijke dozen’ – kampen met een steeds negatiever imago. Ze zouden het landschap ontsieren, ruimte opslokken, en nauwelijks bijdragen aan de economie. Tim Beckmann, CEO van Intospace, legt in dit vraaggesprek uit hoe deze beeldvorming is ontstaan, waarom het onterecht is, en wat er moet gebeuren om dit stigma te veranderen.

Er is veel discussie over de ruimte die logistiek vastgoed in Nederland inneemt. Hoe zie jij deze ontwikkelingen?

‘Het beeld dat vaak wordt geschetst, is dat distributiecentra overbodig zijn en landschappen vervuilen, de zogenaamde ‘verdozing’. Maar dit is een simplificatie die voorbijgaat aan de waarde die logistiek biedt. Distributiecentra nemen slechts 0,12 procent van het Nederlandse grondoppervlak in, maar zonder hen zou onze hele supply chain niet functioneren. Ze zorgen ervoor dat producten, van medische benodigdheden tot levensmiddelen, overal beschikbaar zijn. We moeten verder kijken dan het idee van ‘dozen’ en focussen op de maatschappelijke waarde die deze bedrijven creëren.’

Wat zijn volgens jou de grootste misverstanden over logistiek vastgoed?

‘Een van de grootste misverstanden is dat logistiek alleen draait om goedkope importgoederen en arbeidsmigranten. Dat klopt simpelweg niet. Logistiek ondersteunt handel en productie, die samen goed zijn voor meer dan 50% van ons BBP. Daarnaast maken logistieke bedrijven de beschikbaarheid van wereldwijde producten mogelijk, zoals koffie, kleding en zelfs onderdelen voor auto’s. Zonder deze infrastructuur zouden veel sectoren stilvallen. En wat betreft arbeidsmigranten: zij zijn onmisbaar in diverse sectoren, niet alleen in de logistiek. Denk aan de bouw, industrie, en zelfs de zorg. Het tekort aan arbeidskrachten is een breed probleem, niet alleen een logistiek vraagstuk.’

Moeten we keuzes maken over welke bedrijven nog ruimte krijgen? Sommige gemeenten lijken die richting op te gaan.

‘Dat is inderdaad wat we nu zien. Sommige gemeenten denken dat ze keuzes moeten maken over welk type bedrijf wel of geen ruimte verdient. Maar dat is een verkeerd uitgangspunt. We moeten niet kijken naar de producten die in een magazijn liggen, maar naar de maatschappelijke impact van een bedrijf. Neem een bedrijf dat bijvoorbeeld volledig draait op hernieuwbare energie en bijdraagt aan een circulaire economie. Zo’n bedrijf verdient eerder ruimte, ongeacht welk product het opslaat of produceert. Het gaat om de bredere waarde die bedrijven toevoegen, zoals werkgelegenheid, duurzaamheid en lokale economische groei.’

Welke bedrijven zouden wel een DC mogen bouwen en welke niet?

‘Een sterk afwegingskader moet gericht zijn op hoe een bedrijf bijdraagt aan de samenleving en de ecologie. Belangrijke factoren zijn of een bedrijf deelneemt aan de circulaire economie, hoe het omgaat met goed werkgeverschap, en of het duurzaam bouwt en opereert. Bovendien moeten we kijken naar de architectuur van logistieke gebouwen. Deze kunnen bijdragen aan de ecologie en biodiversiteit als ze goed worden ontworpen en geïntegreerd in het landschap. Het type product dat een bedrijf opslaat, zou geen doorslaggevende factor mogen zijn. Wat telt, is hoe het bedrijf zich maatschappelijk verantwoord gedraagt en welke duurzame bijdrage het levert.’

Hoe zie je de toekomst van logistiek vastgoed in Nederland?

‘Ik zie vooral kansen. Als we slim omgaan met ruimte en logistieke hubs strategisch positioneren, kunnen we overlast verminderen en bijdragen aan een duurzamer energiesysteem. Veel van deze gebouwen kunnen energieknooppunten worden die niet alleen hun eigen energiebehoefte dekken, maar ook bijdragen aan het lokale netwerk. Dit is niet alleen goed voor de bedrijven zelf, maar voor de bredere samenleving. Daarnaast kan logistiek vastgoed, als het goed wordt ingepland en ontworpen, bijdragen aan de energietransitie en onze klimaatdoelstellingen. We moeten ophouden met het denken in beperkingen en juist kijken naar de meerwaarde die deze sector kan bieden.’

Wat zou je beleidsmakers willen meegeven?

‘Beleidsmakers moeten verder kijken dan het soort bedrijf en zich richten op de maatschappelijke impact. We hebben ruimte nodig voor bedrijven die bijdragen aan een duurzame en circulaire economie, die goed zijn voor hun medewerkers, en die de bredere samenleving vooruithelpen. Logistiek vastgoed is een essentiële schakel in onze economie, en het kan juist een katalysator zijn voor positieve verandering als we het goed aanpakken. Wat mij betreft moet het gesprek niet gaan over hoeveel vierkante meters we beschikbaar hebben, maar over hoe we die ruimte op een slimme en duurzame manier benutten.’

Je blijft dus optimistisch over de toekomst van de sector?

‘Zeker. Er zijn nog veel misverstanden en vooroordelen, maar ik ben ervan overtuigd dat we met de juiste aanpak het negatieve beeld kunnen ombuigen. De logistieke sector speelt een cruciale rol in onze samenleving en draagt al veel bij aan de verduurzaming en werkgelegenheid. Als we dat verhaal beter vertellen en blijven investeren in samenwerking en innovatie, kunnen we het vertrouwen van het publiek terugwinnen.’

All rights reserved © 2024 Young Media