Het jonge duo Tjerk de Boer en Benjamin Groothuijse van Groothuijse de Boer architecten slepen de ene na andere prijs binnen met als kers op de taart: de Next Step Award 2024. Ze verdiende de prijs met hun opvallende ondernemerschap en architectuur.
Tjerk de Boer en Benjamin Groothuijse kennen elkaar van hun studie Bouwkunde aan de TU Delft. Als studenten vonden ze elkaar al in werkwijze en architectonische visie en ze kregen elkaar opnieuw in het vizier tijdens hun carrière bij respectievelijk het Rotterdamse KAAN Architecten en Von Ballmoos Krucker Architekten in Zwitserland. Het werd tijd om op eigen benen te staan en kennis, kunde en schoonheid in een eigen bureau te combineren. De Boer: ‘Ik heb mijn baan opgezegd om een huis op Terschelling biobased te ontwerpen en van het een kwam het ander.’ Dan doelt hij op bijvoorbeeld Huis Vaneker, een levensloop bestendige woning, en onderdeel van de herontwikkeling van het voormalig militair terrein bij Enschede tot woonwijk met vrije bouwkavels. ‘Hier wilden we het meeste uit de groene plek halen. En tegelijkertijd een toekomstbestendige plattegrond maken die verandering in gebruik accommodeert. Huis Vaneker heeft een lichte staalconstructie met betonnen vloeren, houtskeletbouw gevelelementen en een geventileerde stucgevel.’
Terschelling
Met gezond verstand werken aan een gezonde samenleving betekent zo ontwerpen dat een project biobased en in modulaire houtbouw opgeleverd kan worden, meent De Boer. ‘Dat lukt niet altijd, maar we streven wél in ieder project naar maximaal resultaat en minder complexiteit zonder de haalbaarheid voor de opdrachtgever uit het oog te verliezen. We hebben de kennis en het uithoudingsvermogen in huis. We zien ook dat investeerders en ontwikkelaars houtskeletbouw steeds belangrijker vinden. Daarnaast combineren we bij Groothuijse en de Boer praktijk met onderwijs en onderzoek naar modulaire houtbouw om nog betere resultaten te behalen zonder dat het afdoet aan de schoonheid van een ontwerp.’
Het duo heeft onderzoek gedaan naar de al bestaande Oostenrijkse montagewoningen en een prefab houtbouwsysteem dat al zeventig jaar bestaat. Het onderzoek begon vanuit de fascinatie voor deze ogenschijnlijk eenvoudige houten huisjes. ‘Er zit zoveel liefde en diversiteit in en de huisjes worden goed onderhouden. Wat zit daar achter? Dat vonden we zó’n interessant gegeven. Bovendien is de relatie tussen de bouwmodule en verschijningsvorm niet heel eenduidig. In Nederland verval je met modulaire houtbouw al snel in een soort verdozing en dat hóeft dus helemaal niet. Van deze specifieke decenniaoude montagebouw kunnen we in de bouwwereld veel leren. Medio 2025 komt naar aanleiding van ons onderzoek een boek uit. Die methode zal echt niet direct overal toegepast worden, daar gaat een transitietijd overheen, maar ik ben er van overtuigd dat we als architecten dit proces moeten versnellen. Zo creëer je een betere wereld.’
Vaneker
De prijzen en nominaties die Groothuijse de Boer architecten in de wacht slepen, zoals de Abe Bonnemaprijs, ziet De Boer als bevestiging van hun kunnen. De Next Step Award kreeg het architectenbureau uitgereikt vanwege hun heldere visie en brede invulling als ontwerpers en procesbegeleiders. De combinatie van ontwerpkracht, onderwijs en maatschappelijke betrokkenheid leidt volgens het juryrapport tot hoogwaardige architectuur en een waardevolle bijdrage aan het debat. ‘Als bureau begin je met een ambitie vanuit het geloof dat je iets goed maakt. Het winnen van een prijs bevestigt dat geloof.’
Zowel De Boer als Groothuijse doceren aan het hoger onderwijs, de Rotterdamse Academie van Bouwkunst en de TU Delft. ‘Dat is een win-win situatie. Je behoudt een progressieve kijk op architectuur. In de bouwwereld is de discussie gaande hoe je moet bouwen en met welke materialen, maar uiteindelijk gaat het ook nog om vormgeving: over architectuur als een culturele discipline. Het mág ook over schoonheid gaan.’
De Boer en Groothuijse richten zich nu vooral op inbreiding en hergebruik, in complexe binnenstedelijke locaties en zien een uitdaging in het samenbrengen van woningbouw met publieke en sociale voorzieningen. ‘Denk dan aan een school of buitenschoolse opvang, én we hopen nog meer ontwikkelaars en investeerders mee te krijgen in ons ideaal: biobased bouwen!’
VOORAL BEZIG MET:
Toekomstbestendige architectuur
WIL BEREIKEN:
Biobased architectuur naar de mainstream brengen
OVER TIEN JAAR:
Divers portfolio met focus op hergebruik en biobased bouwen
LEUKSTE COLLEGA:
Wij zijn trots op al onze werknemers
DE STAND VAN HET LAND:
Er mist vanuit de overheid een overkoepelende visie op hoe we in de toekomst willen wonen
UITKIJKEN NAAR:
De oplevering van onze woningbouwprojecten in de kop van de Veluwe
NIET VERGETEN:
Goede architectuur houdt stand, goedkope architectuur niet
AANVAARDEN:
Transitie naar biobased bouwen kent hybride tussenfases