Nederland: een klein land onder zeeniveau, waarin grote belangen strijden om ruimte: meer biodiversiteit, circulaire landbouw, duurzame energiewinning, adaptief waterbeheer, ruimte om te wonen en te werken. Hoe combineren we al die zaken tot sterkere en mooiere landschappen? ‘Door zo integraal mogelijk na te denken, zodat de verschillende belangen elkaar niet tegenwerken, maar juist versterken’, zegt Yoran van Boheemen, partner bij Feddes/Olthof, landschapsarchitecten.
Feddes/Olthof landschapsarchitecten zit in hartje Utrecht en kent een breed werkveld. ‘Wij werken aan alles waar buitenruimte wordt beïnvloed. Dat kan gaan over stedenbouwkundige opgaven, maar ook over natuurontwikkeling of het ontwerpen van parken en energielandschappen. En dat op verschillende schaalniveaus, voor zowel overheden als projectontwikkelaars.’
Van Boheemen houdt zich met name bezig met de energie-en wateropgave, want daar liggen grote uitdagingen. ‘Als ik het over de wateropgave heb, spreek ik – mede door de zeespiegelstijging en neerslagoverschotten – enerzijds over een te veel aan water. Wat betekent dat voor onze ruimtelijke ordening? Waar kunnen we in de toekomst nog woningen bouwen? En waar moeten we misschien juist eerder ruimte reserveren voor de opslag van water? Anderzijds spreek ik over een tekort aan water, want we hebben te maken met extremen. Zo vermoedt het drinkwaterbedrijf Vitens dat we in Nederland al vanaf 2040 een tekort aan zoet water gaan hebben. Dat heeft te maken met hoe wij ons land hebben ingericht en het water gebruiken. Hoe kunnen we dat soort kringlopen nou beter sluiten? Daar denken wij over na.’
Feddes/Olthof landschapsarchitecten probeert altijd vast te houden aan een integrale benadering, waar verschillende belangen elkaar versterken. ‘Hoe kunnen we bijvoorbeeld bestaande wijken transformeren in klimaatadaptieve wijken? Waar water wordt vastgehouden en hittestress wordt tegengegaan, en tegelijkertijd een meerwaarde wordt gecreëerd voor natuur en de mensen die er wonen en werken? Vanuit die gedachte werken wij dagelijks aan een win-winsituatie.’
‘OM WATEROVERLAST EN OVERSTROMING VAN DIJKEN TE VOORKOMEN KAN TIJDELIJK 1 MILJOEN KUBIEKE METER WATER IN DEZE PIEKBERGING WORDEN OPGESLAGEN’
Onlangs ontwierp Feddes/Olthof landschapsarchitecten aan een interessante waterbergingsopgave in de Haarlemmermeer. ‘In het centrale deel van het Rijnlandse gebied bestaat er een risico op wateroverlast. Het gebied rondom de Kagerplassen ligt namelijk ver verwijderd van de vier Rijnlandse boezemgemalen. Om te voorkomen dat de watergangen overlopen of in het ergste geval kades doorbreken door te hoge waterstanden, is in de zuidpunt van de Haarlemmermeerpolder een piekberging (een soort nieuwe polder, binnen de bestaande polder) aangelegd. Deze piekberging wordt gebruikt wanneer bij extreme regenval het water niet snel genoeg weggepompt kan worden naar het buitenwater, zoals de Noordzee. Om wateroverlast en overstroming van dijken te voorkomen kan tijdelijk 1 miljoen kubieke meter water in deze piekberging worden opgeslagen. Samen met architect Bart Bulter is ook een inlaatsluis ontworpen, met daarbij een gebouw dat ook een bezoekersfunctie heeft. Hier leren mensen meer over ons landschap en de wateropgave. Het betrof een enorme ruimtelijke ingreep, maar ligt erbij alsof het altijd zo geweest is. Een mooi voorbeeld van hoe we, met oog voor detail, goed om kunnen gaan met uitdagingen die op ons land afkomen.’
Vorig jaar deed Feddes/Olthof landschapsarchitecten, in opdracht van Binnenlandse Zaken, een studie naar Nederland in 2100. ‘In de afgelopen eeuw dachten we dat alles maakbaar was: we bouwden dijken en legden polders droog. Nu lijkt er een einde te komen aan die maakbaarheid. We moeten meer gaan meebewegen en ons op een meer natuurlijke manier gaan verhouden tot onze omgeving. Vanuit dat scenario keken wij naar de Randstad: hoe houden we het hier veilig en droog? Daarbij kun je denken aan ringdijken rondom steden en stadslandbouw op daken.’
‘IN DE AFGELOPEN EEUW DACHTEN WE DAT ALLES MAAKBAAR WAS: WE BOUWDEN DIJKEN EN LEGDEN POLDERS DROOG. NU LIJKT ER EEN EINDE TE KOMEN AAN DIE MAAKBAARHEID’
Van Boheemen noemt zo’n scenariostudie, naar hoe we in de toekomst wonen en werken, enorm relevant. ‘In de afgelopen jaren is visie een beetje een vies woord geworden, maar ik denk dat het juist enorm belangrijk is om te kijken naar de toekomst. Zeker in een tijd waarin we heel erg bezig zijn met het snel willen oplossen van urgente problemen. Met deze studie staan we bewust stil en plaatsen we een stip op de horizon. Het geeft richting over waar we moeten gaan bouwen en waar juist niet. En als we gaan bouwen, hoe kunnen we dat dan het beste doen? Moet de bouw bijvoorbeeld meestijgen met de zeespiegel? Ik vind het enorm interessant om op dat schaalniveau met onder andere planologen, stedenbouwers, ecologen, hydrologen en architecten te sparren. Deze professionals nodigen wij dan ook graag bij ons op kantoor uit.
VOORAL BEZIG MET:
Grootschalige ruimtelijke opgaven
WIL BEREIKEN:
Dat we gaan beseffen dat er een gezamenlijke en integrale aanpak nodig is voor de opgaven die op ons afkomen
OVER TIEN JAAR:
Nog steeds met een fijn team werken aan de ruimtelijke puzzel en het mooier maken van ons land
HET KANTOORMOMENT VAN DE DAG:
Gezamenlijk lunchen
LEUKSTE COLLEGA:
Het hele team. En hond Willem
BUITEN DE DEUR NAAR:
Het land(schap) in, lekker naar buiten!
DE STAND VAN HET LAND:
Ik zou de samenleving wat meer samen leven gunnen
ZORGEN VOOR/OVER:
De staat van de wereld voor mijn kinderen door klimaatverandering, biodiversiteit afname en de geopolitieke situatie
NIET VERGETEN:
Om soms even stil te staan
ONMISBAAR:
De fijne mensen in mijn leven; voor de rest kan ik veel missen
BELANGRIJKSTE PERSOON/PERSONEN:
Vrouw Sonja en onze twee kinderen
WEGGEVEN:
Mijn mobiele telefoon, lijkt me soms heerlijk
AANVAARDEN:
Moeilijk dat er maar 24 uur in een dag zitten. En ouder worden
VERANDEREN:
Gaat vanzelf
DURVEN:
Loslaten. En een keer tijd maken voor een wat langere reis met gezin
VRIJE TIJD:
Sporten, klimmen, drummen, bergwandelen