VG Visie Daily #111: Nederland heeft een betrouwbare overheid.. dat wordt door buitenlandse beleggers enorm gewaardeerd

Buitenlandse institutionele beleggers zouden steeds minder interesse hebben in de Nederlandse vastgoedmarkt. Teveel regels, teveel gedoe. Jan van den Hogen (Deka Immobilien en secretaris van Holland Property Plaza) houdt zich dagelijks bezig met het investeren van Duits pensioengeld op de Nederlandse (vastgoed-)markt. Hij vindt dat het reuze meevalt en dat de buitenlandse investeerders nog volop interesse hebben in de Nederlandse markt.

Hoe zie jij de positie van buitenlandse beleggers in Nederland?

‘Het beeld dat buitenlandse beleggers zich massaal terugtrekken, klopt niet. Nederland blijft voor buitenlandse investeerders, waaronder Deka, een aantrekkelijke bestemming. Ons land staat dankzij de stabiele economie, hoogopgeleide beroepsbevolking en betrouwbare overheid steevast in de top drie van Europese beleggingslanden. Buitenlandse beleggers zijn hier niet alleen actief in woningen, maar investeren ook miljarden in infrastructuurprojecten, zoals tunnels, terminals en zelfs de renovatie van de Afsluitdijk. De diversiteit aan mogelijkheden maakt Nederland interessant.’

Maar er is toch veel kritiek op de regelgeving en de overheidsaanpak?

‘Vooral op de woningmarkt zien we dat beleggers afwachtend zijn vanwege veranderingen in wetgeving. Dat is begrijpelijk. Het stof van de nieuwe regels moet neerdalen, en men heeft tijd nodig om zich aan te passen. Als er meer stabiliteit komt, verwacht ik zondermeer dat buitenlandse beleggers ook op de woningmarkt terugkomen. Nederland blijft een land met een structureel woningtekort dus er is voldoende vraag, en beleggers zien op de lange termijn nog steeds kansen.’

Welke sectoren blijven ondanks de onzekerheden aantrekkelijk?

‘Logistiek vastgoed is enorm populair. Denk aan distributiecentra en industriële complexen. Ook hotels blijven aantrekkelijk voor buitenlandse investeerders. Bij kantoren is het beeld gemengd. Er wordt minder nieuw gebouwd, maar transacties trekken nog steeds buitenlandse partijen aan. Wat betreft woningen en een niche klasse als zorgvastgoed blijft het nu even lastig, maar dat zal zich op termijn herstellen.’

Hoe verhoudt Nederland zich tot andere landen?

‘Er is een tweedeling. Aan de ene kant zijn er markten zoals Duitsland of het Verenigd Koninkrijk, waar beleggers duidelijk voor de lange termijn investeren. Nederland hoort daar ook bij, mede door de betrouwbaarheid van onze overheid en onze transparante vastgoedmarkt. Aan de andere kant heb je landen met een hoger risicoprofiel, zoals bepaalde Zuid-Europese, Oost-Europese, of Aziatische markten, die minder aantrekkelijk zijn voor de wat meer conservatief ingestelde institutionele beleggers zoals wij.’

Wat zijn volgens jou de belangrijkste verbeterpunten voor Nederland?

‘De grootste uitdaging ligt in de complexiteit van de Nederlandse processen. Denk aan vergunningstrajecten en de stroperige besluitvorming op verschillende niveaus: gemeente, provincie, en Rijksoverheid. Minister Mona Keijzer heeft hier volgens mij een goed begin gemaakt door meer centralisatie in de totale marktregie te zoeken. Als we dit verder verbeteren, zullen ongetwijfeld ook woningprojecten sneller van de grond komen. Dat is cruciaal, want zonder betere procedures en procesvereenvoudiging kunnen investeerders afhaken.’

Is er ondanks deze uitdagingen nog vertrouwen in de overheid?

‘Absoluut. Nederland heeft een betrouwbare overheid, en dat wordt door buitenlandse beleggers enorm gewaardeerd. Wat we ook vinden van een kabinet, onze politieke stabiliteit is een belangrijke troef. Dit maakt het mogelijk om lange-termijnprojecten te financieren, zoals infrastructuur. Het buitenlandse kapitaal stroomt nog steeds naar Nederland voor dit soort projecten.’

Hoe belangrijk is Amsterdam in dit verhaal?

‘Amsterdam blijft een magneet. Vooral op de Zuidas is jarenlang alles goed gedaan: internationale allure in de architectuur, een uitstekende mix van functies, en een strak georganiseerde infrastructuur. Andere steden zoals Rotterdam en Den Haag proberen dat model deels over te nemen, maar Amsterdam blijft de frontrunner. Buitenlandse beleggers beginnen bijna altijd met de vraag: gebeurt er nog iets op de Zuidas?’

Zie je in andere steden kansen voor buitenlandse beleggers?

‘Rotterdam heeft interessante ontwikkelingen, bijvoorbeeld op de Kop van Zuid, en in het centrum. Maar de praktijk is daar vaak weerbarstiger. Amsterdam heeft een voorsprong door de internationale uitstraling en de diversiteit aan gebruikers op de Zuidas. Dat trekt beleggers aan die zich niet alleen richten op rendement, maar ook op een uniek en duurzaam gebouw. Toch zijn er ook in andere steden interessante kansen, vooral bij herontwikkeling van bestaande locaties.’

Hoe helpt technologie zoals AI bij investeringsbeslissingen?

‘Technologie speelt een steeds grotere rol. Wij gebruiken modellen die historische data combineren met voorspellingen voor de toekomst. Daarmee kunnen we beter inschatten welke markten en projecten kansrijk zijn. AI kan dit naar een volgend niveau tillen, maar voor nu vertrouwen we op onze econometristen en data-analisten. Hun analyses hebben ons bijvoorbeeld geholpen om de juiste keuzes te maken op de Zuidas.’

Heb je het gevoel dat buitenlandse beleggers een verkeerd imago hebben?

‘Dat gebeurt weleens. Institutionele beleggers zoals wij beheren onder andere pensioengelden van miljoenen mensen. Ons doel is een stabiel en verantwoord rendement op de zeer lange termijn. Dat staat haaks op het beeld van snelle winsten of speculatieve praktijken. De meeste mensen in Nederland weten niet eens dat wij bijvoorbeeld de grootste buitenlandse investeerder in Nederland zijn. Dat stoort ons niet; onze focus ligt op het goed beheren van dat kapitaal.’