In het Amstelkwartier (Fase III) ontvouwt zich een stedenbouwkundigsociaal geluid, bedacht door ANA Architecten en VORM. Het concept focust zich op de verbinding tussen mensen en grijpt daarmee in op de individualisering van de maatschappij. ‘Het project Hibi brengt straks een dorps karakter terug in de stad.’
Zichtbaar trots zitten architect Marcel van der Lubbe en teamleider acquisitie Niels Marijnissen aan tafel. De een als partner van het architectenbureau ANA Architecten met een sociale inslag voor binnenstedelijke, complexe vraagstukken. De ander met een creatieve kijk op de hoofdstedelijke dynamiek vanuit VORM én niet onbelangrijk: woonachtig in hét dorp van de bloemencorso’s.
‘Daar in de dorpen floreert het verenigingsleven en willen mensen iets voor een ander doen. Er is een zekere binding en je bekommert je om elkaar. Het woningbouwproject Hibi zie ik in feite op eenzelfde manier: een sociaal, dynamisch complex, met oog voor eenzaamheid en verbinding met elkaar. Het is een unieke plek waarin we veel meer gaan realiseren dan stenen op architectonische wijze stapelen’, vertelt Niels Marijnissen. ‘Als je het mij vraagt, is dit precies wat Amsterdam nodig heeft.’
In Overamstel vindt de inbreiding van een nieuw stuk Amsterdam plaatst. In drie fasen wordt het voormalige Zuidergasfabriek-terrein ontwikkeld met 3.300 woningen, kantoren, voorzieningen en groene recreatiemogelijkheden. De inbreiding is gestart in 2010 en volgens de gemeentelijke planning wordt deze afgerond in 2030.
VORM en ANA Architecten wonnen met een team van specialisten een tender voor het eerste deel van het Amstelkwartier Fase III. Recht in het hart van Overamstel, te midden van diverse wijkfuncties, bedrijvigheid en andere voorzieningen wordt straks Hibi gebouwd. Een project bestaande uit vijf stadse woonblokken – met ieder een onderscheidend karakter – en een winkelprogramma van bekende publiekstrekkers en lokale ondernemers.
Marcel van der Lubbe: ‘De complexiteit zit verscholen in de ambitie die wij hebben. Wij geloven dat als je de interactie tussen mensen faciliteert, bewoners meer van hun leefomgeving gaan houden, met alle positieve gevolgen die je maar kunt bedenken. Daar gaat Hibi over.’
Het samenbrengen van mensen laat zich in het nieuwbouwproject letterlijk vertalen in doelgroepen die een woning van meer dan een miljoen euro kunnen betalen en mensen die ontzettend trots zijn om een huurwoning te bemachtigen. ‘Dat is geen vanzelfsprekendheid’, vertelt de architect. ‘Al die verschillende gebruikers op één plek, in één woongebouw: je kunt je afvragen of dat de eenvoudigste oplossing is om een stad te bouwen. Het antwoord is ‘nee’. Maar het geeft in optima forma wel antwoord op de vraag naar de gemengde stad. Die faciliteren wij in dit project.’
Hij vervolgt: ‘Hibi is in alle opzichten zichzelf. Voor mensen die individueel willen denken, of zich willen terugtrekken, is er alle ruimte. Daarnaast zijn er plenty collectieve keuzes die bewoners kunnen maken. Zie het als een soort wooncamping: de faciliteiten zijn er, en je bepaalt zelf waar je aan meedoet.’
Project Hibi: • 103 middeldure huurwoningen • 20 vrije sector koopwoningen • 2.000m2 supermarkt • 300m2 kantoorruimtes • 300m2 detailhandel • natuurinclusieve stadsbiotoop
Afnemer: • Bun Partners: • Keizer Koopmans • Boom Landscape • Arup • DWA • Donkergroen
‘ZIE HET ALS EEN SOORT WOONCAMPING IN DE STAD’
Hibi is op dit moment ogenschijnlijk een gewone reeks woonblokken in een goudgele artist impression. Maar voor wie beter kijkt die ontdekt de contouren van een doordacht woonconcept, waar integratie tussen sociale leefaspecten enerzijds en natuurinclusiviteit en duurzaamheid anderzijds een prominente plek krijgen.
‘De visie is geïnspireerd op Kintsugi: dat ‘gouden verbinding’ betekent. Samenhang en verbindingen tellen op en worden in totaliteit waardevoller dan de afzonderlijke elementen, zo is de filosofie. Deze nieuwe samenhang wordt Hibi genoemd’, vertelt Niels Marijnissen.
‘Het concept Hibi, zoals we straks in Amsterdam gaan opbouwen, kent z’n oorsprong in een wereld waar samen leven en voor elkaar zorgdragen normaal is’, vervolgt hij zijn verhaal. ‘Dat samenzijn zijn we in Nederland soms een beetje kwijt. Tijdens de lockdowns in coronatijd was dit tegen wil en dank: we zaten noodgedwongen binnen in huis en konden geenszins ons ei kwijt. Maar los van die periode missen we het community-gevoel in z’n algemeenheid meer en meer in de stad. Daar haakt Hibi op in. In onze ogen zorgt een vorm van gemeenschap-denken automatisch voor een bepaalde sociale duurzaamheid van mensen. Het voorkomt eenzaamheid en zorgt ervoor dat mensen weerbaar zijn voor negatieve invloeden en tegenvallers.’
Niels Marijnissen, teamleider acquisitie Vorm
‘NATUUR INCLUSIEVE CONCEPTVORMEN ZIEN WE ALS EEN VERPLICHTING NAAR DE SAMENLEVING’
Als alles volgens plan verloopt dan ontwikkelt VORM in het Amstelkwartier 123 woningen: 103 middeldure huurwoningen, 20 vrije sector koopwoningen, 2.000m2 supermarkt, 300m2 kantoorruimtes, 300m2 detailhandel en een natuurinclusieve stadsbiotoop.
De verbinding in de wooncomplexen gaat over mensen, maar ook over dieren en de natuur. Hibi telt dan ook een aantal zogeheten spaces waar mensen elkaar kunnen ontmoeten én een binnentuin die een ecologische hub is in de Amsterdamse Scheggen.
Marcel van der Lubbe: ‘Het is een beetje zoals de pocket parcs in New York. Lege plots in een bouwblok worden groen ingevuld, met een sterke aantrekkingskracht voor de omgeving. Niet bestemd voor de toeristen, maar voor de bewoners zelf. Zij ervaren groen op kleine schaal, dichtbij huis, in de wetenschap dat ze even verderop ook kunnen genieten van groter en massaler groen, in openbare parken. De ervaring leert dat een dergelijke aaneenschakeling van groen écht voor een leefbaarheids-boost zorgt in nieuwe buurten.’
Niels Marijnissen voegt toe: ‘Vanuit VORM zien we deze natuurinclusieve conceptvormen als een verplichting naar de samenleving. Zorgdragen voor elkaar is een welvaartprincipe, groen helpt daar bij. Dat principe mogen we in Nederland nooit ter discussie stellen. Als je eens wist hoeveel eenzaamheid op allerlei niveaus er is. Niet alleen onder ouderen, maar ook onder andere doelgroepen. In mijn ogen is niemand gemaakt om alleen te blijven of alleen te leven. En daarbij geldt in het algemeen: individualisme leidt tot egoïsme. Daar wordt de samenleving niet beter van.’
Dat een tenderbelofte niet automatisch hetzelfde is als de eindbestemming, daarover praten de partner van het bureau ANA Architecten en de teamleider acquisitie van VORM nog even door. Het is hard werken om de belofte waar te maken, zo stellen ze samen vast. Maar de heren zien tegelijkertijd dat de Hibi-ambitie ‘met het meest duurzame project van Amsterdam’ tot dusver stevig overeind blijft.
‘De gemeente Amsterdam pakt het heel goed op: er is veel vertrouwen en we krijgen de ruimte. Ze vinden het ontzettend mooi wat we hebben ontworpen: een complex waar zoveel verschillende gebruikers straks samenkomen. Architectonisch voegt het ook echt iets toe aan Amsterdam. De open structuur in de gebouwen, met dikke houten kolommen in de woningen, konden van de start al rekenen op veel enthousiasme. Het geeft een soort warme industriële look, die we in de Nederlandse woningbouw helemaal niet kennen. We kiezen met die uitwerking niet voor de makkelijkste of goedkoopste route met elkaar, maar juist dat aspiratieniveau geeft een soort chemistry in het project’, concludeert Marcel van der Lubbe. ‘Er is echt sprake van teamwork. Dat hebben we nodig, want er komen vast en zeker nog een aantal hobbels voorbij.’
Marcel van der Lubbe, partner ANA Architecten
‘DE OPEN STRUCTUUR, MET DIKKE HOUTEN KOLOMMEN, KENNEN WE IN NEDERLANDSE WONINGEN HELEMAAL NIET’
Hij kijkt van opzij naar Niels Marijnissen van VORM, die beseft dat Hibi begin volgend jaar een aantal cruciale fasen tegemoet gaat. ‘We kijken allereerst uit naar een partij die het project voor de juiste prijs wil bouwen en vervolgens naar een belegger die de middeldure appartementen wil overnemen. Dat gaat niet alleen over geld; we zoeken een partij die gelooft in het totale duurzaamheidsplan dat we hier op papier gecreëerd hebben. Dat is minstens zo belangrijk.’
Toch zijn de stijgende bouwkosten en de mogelijke opbrengst van de verkoop de zwaarstwegende factoren die de aankomende maanden gaan spelen. ‘Natuurlijk, is dit niet de meest rooskleurige periode voor beleggers. Maar we zien tractie om ons heen. Er is voldoende kapitaal in de markt en er is interesse getoond in het project. Dat zijn positieve signalen.’
Als de woningen uiteindelijk allemaal zijn verkocht in 2025 en de gebouwen opgeleverd, dan wordt de exploitatie overgeleverd aan een nu nog onbekende eigenaar. Niels Marijnissen: ‘We schrijven een Hibi-manual voor de vastgoedeigenaar, met daarin adviezen hoe het gemende complex straks het beste kan functioneren. Aan de wijsheid van die schrijfwijzer zit natuurlijk een uiteinde: je weet nooit exact hoe bewoners de Hibi-spaces gaan benutten. Dat vind ik nu al spannend, in de goede zin des woords. Zal die levendigheid, die we zo sterk voor ogen hebben, straks ook bewaarheid worden?’ Marcel van der Lubbe: ‘Dat gevoel heb ik ook, Niels. Zal de ene Hibi-space een gym worden? En de andere een kookstudio? En zullen die functies in de loop der jaren van tijd tot tijd veranderen, omdat de bewoners dat samen met elkaar beslissen? Dat zou ultiem zijn. Dan weten we zeker dat ons project geslaagd is.’