Jan Martin van Rees is wethouder in Almelo en actief binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Als portefeuillehouder Wonen is hij betrokken bij de afspraken tussen gemeenten en de landelijke politiek. Hoe kijkt hij naar de woningcrisis, de rol van gemeenten en de uitdagingen die daarbij horen
‘De samenwerking is op veel punten goed, maar er is nog veel ruimte voor verbetering. De landelijke overheid heeft een belangrijke rol in het scheppen van kaders, maar gemeenten staan dichter bij de praktijk. Wij weten wat er speelt in de wijken, welke behoeften er zijn en waar knelpunten zitten. Het probleem is dat er vaak beslissingen worden genomen zonder voldoende afstemming met de lokale overheid. Als gemeenten proberen we via de VNG invloed uit te oefenen om beleid beter aan te laten sluiten op de realiteit.’
‘Een van de belangrijkste afspraken is natuurlijk het realiseren van 900.000 nieuwe woningen, 100.000 per jaar. Dat is een enorme opgave, en het vereist een intensieve samenwerking tussen het Rijk, provincies, gemeenten, ontwikkelaars en bouwbedrijven. Daarnaast is er veel aandacht voor het verduurzamen van de bestaande woningvoorraad. Het Klimaatakkoord stelt duidelijke doelen, maar de uitvoering daarvan ligt vaak bij de gemeenten. Dat brengt grote uitdagingen met zich mee, zoals financiering, capaciteit en draagvlak onder inwoners.’
‘De grootste uitdaging is de beschikbaarheid van locaties. In stedelijke gebieden is de ruimte beperkt, en bouwen in het groen roept vaak weerstand op. Daarnaast kampen we met een tekort aan personeel en stijgende bouwkosten. En dan is er nog het energievraagstuk: nieuwe woningen moeten duurzaam zij en dat brengt hogere kosten met zich mee. Tot slot is er het spanningsveld tussen snelheid en kwaliteit. We willen allemaal snel bouwen om de woningnood te verlichten, maar het moet ook toekomstbestendig zijn.’
‘Gemeenten spelen een cruciale rol. Wij zijn verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening en het faciliteren van bouwprojecten. Dat betekent dat we ervoor moeten zorgen dat er voldoende bouwlocaties beschikbaar zijn, dat procedures soepel verlopen en dat we zorgen voor een goede infrastructuur. Maar onze rol gaat verder dan alleen het mogelijk maken van nieuwbouw. We moeten ook zorgen voor leefbare wijken, voldoende voorzieningen en een goede mix van woningtypen. Het gaat niet alleen om bouwen, maar ook om het creëren van een fijne woonomgeving.’
‘Allereerst is het belangrijk dat er voldoende financiële middelen beschikbaar worden gesteld. De ambities zijn groot, maar het geld ontbreekt vaak om ze waar te maken. Daarnaast hebben we behoefte aan meer flexibiliteit in de regelgeving. Veel processen worden vertraagd door complexe wet- en regelgeving en juridische procedures. Tot slot is stabiliteit in het beleid essentieel. Gemeenten hebben baat bij een lange-termijnvisie van het Rijk, zodat we weten waar we aan toe zijn en plannen kunnen maken die verder gaan dan één kabinetsperiode.’
‘Verduurzaming is absoluut noodzakelijk, maar het is ook een enorme uitdaging. Veel woningen zijn slecht geïsoleerd, en het verbeteren daarvan kost veel geld. Gemeenten proberen inwoners te stimuleren en ondersteunen, maar we lopen vaak tegen financiële beperkingen aan. Daarnaast is er een groep huiseigenaren die simpelweg niet de middelen heeft om te verduurzamen. Hier ligt een belangrijke taak voor het Rijk om bijvoorbeeld subsidies en financieringsmogelijkheden uit te breiden.’
‘Er zijn ontzettend veel mogelijkheden. Denk aan modulair en fabrieksmatig bouwen, waarbij woningen grotendeels in de fabriek worden geproduceerd en op locatie in elkaar worden gezet. Dit kan de bouwtijd aanzienlijk verkorten. Ook houtbouw en andere biobased materialen bieden veel kansen om duurzamer te bouwen. Daarnaast zijn er innovaties op het gebied van energiebesparing, zoals slimme warmtesystemen en zonnepanelen. Wat belangrijk is, is dat we niet alleen inzetten op innovatie, maar ook zorgen dat deze innovaties breed toepasbaar en betaalbaar zijn.’
‘Sociale huur is essentieel, zeker gezien de groeiende groep mensen die geen woning kan betalen in de vrije sector. Gemeenten werken samen met woningcorporaties om voldoende sociale huurwoningen te realiseren, maar we lopen tegen beperkingen aan. De verhuurderheffing heeft corporaties jarenlang belemmerd om voldoende te investeren. Nu deze deels wordt afgeschaft, hoop ik dat er meer ruimte komt om nieuwe sociale huurwoningen te bouwen en bestaande woningen te verbeteren en te verduurzamen.’
‘Ik begrijp de zorgen heel goed. De woningcrisis raakt ons allemaal, en het is frustrerend om te zien hoe lang mensen moeten wachten op een betaalbare woning. Mijn boodschap is dat we als gemeenten hard werken om voldoende betaalbare woningen te bouwen. Dat vraagt tijd, maar ik ben ervan overtuigd dat we met de juiste samenwerking en inzet stappen kunnen zetten. Ik hoop dat inwoners ons daarbij steunen, bijvoorbeeld door open te staan voor nieuwe bouwprojecten in hun omgeving.’
‘De uitdagingen zijn groot, maar ik ben optimistisch. Nederland heeft een sterke traditie van samenwerking en innovatie, en ik geloof dat we samen de woningcrisis te boven kunnen komen. Wat belangrijk is, is dat we blijven kijken naar de lange termijn. Het gaat niet alleen om de woningen die we nu bouwen, maar ook om de leefbaarheid en duurzaamheid van onze wijken voor toekomstige generaties. Als we dat voor ogen houden, kunnen we Nederland een fijne plek maken voor iedereen om te wonen.’