21 mrt 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #131: ‘Natuurlijk moeten bedrijven winst maken, maar de vraag is: hoeveel is redelijk?’

Rob van Muilekom is namens de PvdA gedeputeerde in het College van de Provincie Utrecht. In het Provinciehuis spreken we hem over forse uitdagingen in de regio op het gebied van wonen. 

De wooncrisis is overal voelbaar, zeker in de provincie Utrecht. Hoe kijk je terug op de WoonTop en de afspraken die daar zijn gemaakt?

‘Het belangrijkste besef is dat woningbouw niet de verantwoordelijkheid is van één partij. Overheden, marktpartijen, beleggers, Vereniging Eigen Huis, en zelfs het Rijk: we hebben elkaar keihard nodig. Ik heb namens de twaalf provincies de onderhandelingen gedaan voor die WoonTop en dat was een vrij ingewikkeld proces. De voorbereiding van de Woontop had een korte doorlooptijd en tegelijk een aanpak die resulteerde in veel tekst vanuit diverse ambtelijke tafels. Dit resulteerde in een stuk van meer dan 50 pagina’s met veel details. Onmogelijk om goed met je achterban af te stemmen. Vanuit, ons, werd er toen voor gepleit dat het een meeschrijf-stuk moest worden van circa 5 pagina’s. Hoewel de afronding voor alle partners in een grote Pressure Cooker zat, kon uiteindelijk toch getekend worden.’

Je zegt dat samenwerking de sleutel is, maar toch blijven markt en overheid elkaar soms wantrouwen. Hoe kijk je daar tegenaan?

‘Tijdens de WoonTop merkte ik dat we soms tegenover elkaar leken te staan. Ik zei tegen Arno Visser, voorzitter van Bouwend Nederland: volgens mij willen we hetzelfde, maar het lijkt alsof we tegenstanders zijn. Dat voelt niet goed. Marktpartijen hebben soms het idee dat overheden alles traag en ingewikkeld maken, terwijl overheden vaker denken dat de markt vooral kijkt naar wat financieel het meest oplevert. Dat spanningsveld blijft een uitdaging. We moeten met elkaar in gesprek blijven en bereid zijn om knelpunten bespreekbaar te maken en in oplossingen te denken.’

Wat is de grootste uitdaging op het gebied van woningbouw in de provincie Utrecht?

‘Het tekort aan voldoende en tegelijk ook betaalbare woningen. We bouwen, maar nog niet genoeg en niet altijd passend voor de juiste groepen. Veel grond is in particuliere handen, waardoor woningen gebouwd kunnen worden die vooral extra winstgevend zijn; dus terecht dat de overheid hier meer regie en sturing op zet. Maar voor wie bouwen we eigenlijk? Starters, ouderen, mensen met een lager inkomen en diverse aandachtsgroepen…zij kunnen nauwelijks een woning vinden. De overheid moet hierin meer regie pakken. We hebben in onze provincie nu afspraken dat gemeenten tenminste 66% betaalbare woningen moeten bouwen. Dat was eerder helemaal geen issue.’

Je noemt ouderen als belangrijke doelgroep. Waarom is dat zo’n urgent vraagstuk?

‘De bevolking vergrijst snel, maar het aanbod van geschikte woningen groeit niet mee. Als we senioren helpen te verhuizen naar een geschikte woning, komen er ook weer woningen vrij voor gezinnen en starters. Maar dit soort passende woningen zijn vaak duurder om te bouwen, terwijl ze op de lange termijn juist besparen op zorgkosten. Daar zouden we veel integraler naar moeten kijken.’

Jullie hebben afgesproken om 87.500 woningen te bouwen in negen jaar. Hoe realistisch is dat?

‘Die woningen bouw je niet voor nu, maar voor de komende zestig jaar. Het moet dus goed en toekomstbestendig gebeuren. We willen bouwen bij OV-knooppunten en inzetten op duurzame en circulaire bouw. Maar dat betekent soms ook dat projecten in de voorbereiding wat langer duren. Daarnaast kennen gemeenten veelal een tekort aan ambtenaren en specifieke expertise, wat voor vertraging zorgt. Wij helpen waar we kunnen, door gemeenten te steunen bij de inhuur van bijvoorbeeld projectleiders en planeconomen. Afgelopen jaar hebben we als provincie 12 miljoen euro bijgedragen aan woningbouwprojecten, ook ten behoeve van de dekking van onrendabele toppen. Maar het blijft een complexe puzzel.’

Een van de knelpunten is dat procedures te lang duren. Hoe kan dat sneller?

‘We moeten bezwaarprocedures sneller afhandelen bij de Raad van State en menen de gelegenheid geven om hun bezwaar kenbaar te maken, maar niet meerdere keren; projecten lopen nu vaker wel drie jaar vertraging op. En bepaalde processen, zoals met betrekking tot het bestemmingsplan, ontheffingen voor flora en fauna en omgevingsvergunningen meer parallel laten lopen in plaats van na elkaar. Op dat vlak zie ik wel verbeteringen. Een voorbeeld is het Soortenmanagementplan voor de hele gemeente. Dat zorgt ervoor dat al vooraf duidelijk is of beschermde diersoorten in een bepaald projectgebied zitten, waardoor er geen onderzoeken meer nodig zijn en vertraging ontstaat voordat een project mag starten.’

Veel gemeenten hebben moeite om grote projecten financieel rond te krijgen. Hoe helpt de provincie daarbij?

‘Als een gemeente met een goed project komt met voldoende betaalbare woningen en een duidelijke toekomstvisie dan kunnen wij financieel ondersteunen. We kijken waar het knelt en of wij kunnen helpen om de businesscase rond te krijgen. Gemeenten lopen soms vast, bijvoorbeeld door kosten voor infrastructuur of duurzaamheidseisen. Wij proberen samen oplossingen te vinden en maken ook afspraken met het Rijk om hier middelen vrij te maken.’

Projectontwikkelaars vinden het lastig om de case rond te maken als ze verplicht ‘betaalbaar’ moeten bouwen.

‘Natuurlijk moeten bedrijven winst maken, anders kunnen ze niet blijven bestaan. Maar de vraag is: hoeveel winst is redelijk? Bij sommige projecten blijkt dat er twintig tot vijfentwintig procent winst op zit. Als dat dan naar tien procent zou gaan, zou dat al een groot verschil maken voor de betaalbaarheid. Dat soort gesprekken moeten we durven voeren. Bij onze versnellingstafels, waar markt en overheid samenkomen om vastgelopen projecten vlot te trekken, zeggen we: kom met open boeken. Laat zien waar het knelt en hoe we dat samen kunnen oplossen.’

Zijn er provinciale verschillen in hoe woningbouw wordt aangepakt?

‘Ja, en dat zorgt soms voor spanningen. Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht groeien het snelst en krijgen daardoor een groot deel van de financiële middelen. Provincies als Drenthe zeggen dan: wij werken keihard aan de leefbaarheid van onze dorpen, maar blijven bij subsidies buiten de boot omdat onze projecten te klein zijn. Dat is een terechte zorg. Binnen de twaalf provincies wisselen we veel kennis uit, zodat we van elkaar kunnen leren en de beschikbare middelen eerlijk verdelen.’

Over vijf jaar, waar staan we dan?

‘Ik ben optimistisch. Ik hoop dat we dan grote stappen hebben gezet in snellere procedures, toekomstbestendige bouw, passende woningen aansluitend op de behoefte en een goede balans tussen de plek waar mensen wonen en voldoende groen- en recreatieve voorzieningen om de nabijheid. We moeten niet blijven hangen in tijdelijke oplossingen, maar investeren in structurele verbeteringen. Als we nu de juiste keuzes maken, kunnen we echt een verschil maken. Maar laten we eerlijk zijn: het woningbouwvraagstuk is nooit af. We hebben het er al vijftig jaar over, en dat zal niet veranderen. Wat wel kan veranderen, is hoe effectief we het aanpakken.’

Persoonlijke vragen Rob van Muilekom, Provincie Utrecht, gedeputeerde van oa Wonen en Volkshuisvesting

WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
‘Blijf altijd jezelf.’
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Mijn kinderen die ik zie opgroeien en die steeds weer een volgende stap in hun leven maken. Dus van school naar werk, van vrijgezel naar samenwonend met een partner en het vinden van een woonplek. En dat ze ook altijd aan anderen denken.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
‘De eeuw van mijn vader, van Geert Mak.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘One flew over the cuckoo’s nest.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Tennis, voetbal, fietsen.’
WAT IS JE FAVORIETE STAD?
‘Amersfoort.’
HOE LAAT STA JE OP?
‘7.30 uur.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
Franse Alpen.’
WAT IS HET BESTE RESTAURANT?
‘Lutum in Wijk bij Duurstede.’
WAT IS JOUW MOTTO?
‘Ontwikkel je zelf en denk ook altijd aan de ander.’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
‘Mijn vader; zijn vakmanschap als timmerman, zijn rust om altijd te luisteren naar de ander, zijn verantwoordelijkheidsgevoel en dat hij zijn kinderen de ruimte gaf om zich te kunnen ontwikkelen.’

All rights reserved © 2025 Young Media