21 mrt 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #132: Vincent Gruis: ‘De overheid moet circulair bouwen serieuzer nemen’

Vincent Gruis, hoogleraar housing management aan de TU Delft en voorzitter van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie, zet zich in voor de transitie naar circulair bouwen. Maar schiet Nederland daarin voldoende op? En welke maatregelen zijn nodig om echt vaart te maken?

Gaat circulair bouwen hard genoeg?

‘Ja en nee. We zien ontzettend veel initiatieven en mooie pilots. Veel partijen verdiepen zich serieus in circulair bouwen. Maar als je naar de macro-cijfers kijkt, dan schiet het tempo tekort. De beleidsdoelen van de overheid zijn ambitieus: in 2030 moet de bouwsector 50 procent circulair zijn, gemeten aan de hoeveelheid primaire materialen die we gebruiken. Daar zijn we nog lang niet.’

Wat houdt de voortgang tegen?

‘Circulair bouwen vraagt om een grote systeemverandering. We zijn het verleerd om te bouwen met hergebruikte en biobased materialen. Ons hele systeem van regelgeving en bouwtechnieken tot de eisen die we aan materialen stellen is ingericht op het werken met primaire grondstoffen. Recycling gaat redelijk, maar dat is niet voldoende. We moeten leren bouwen met hergebruik en biobased materialen en dat opschalen. Dat vraagt om investeringen in machines, kennis en vaardigheden. Maar ook de manier waarop projecten gefinancierd en aanbesteed worden, moet veranderen.’

Hoe kunnen we dat versnellen?

‘Je moet op meerdere vlakken tegelijk schakelen: regelgeving, kennis, samenwerking tussen bedrijven en financiering. De overheid heeft een cruciale rol in het zetten van de juiste randvoorwaarden. Maar marktpartijen moeten ook zelf investeren. Het probleem is dat veel bedrijven tegen obstakels aanlopen: circulair bouwen kan bijvoorbeeld duurder uitpakken, waardoor het lastig is om continuïteit te waarborgen. Dit soort veranderingen kosten jaren.’

Jullie hebben met het transitieteam een brief aan de overheid gestuurd. Wat is daarin de kernboodschap?

‘We hebben benadrukt dat de overheid aan de slag moet met zaken waar zij invloed op heeft. Denk aan ruimtelijk beleid: zorg voor ruimte om hergebruikte materialen op te slaan. Of aan het belastingstelsel: verlaag de belasting op arbeid en verhoog die op primaire, milieuvervuilende grondstoffen. Dit zou circulair bouwen economisch aantrekkelijker maken. Maar de overheid moet ook haar eigen projecten circulair aanbesteden. Daar ligt nog veel winst.’

Wat zijn mogelijke obstakels bij een belastinghervorming?

‘Er zijn veel open vragen. Wat zijn de ongewenste neveneffecten van zo’n belastingwijziging? Doen we dit als Nederland alleen, of moeten we wachten op Europese wetgeving? En hebben we überhaupt genoeg arbeidskrachten als we arbeid goedkoper maken? We hebben de staatssecretaris gevraagd om dit serieus te onderzoeken, in plaats van het steeds uit te stellen.’

Is er te weinig politieke wil?

‘Het kabinet legt de prioriteit bij het aantal woningen en betaalbaarheid. Oud-Minister Hugo de Jonge heeft de aanscherping van milieuprestatienormen uitgesteld. Dat is een politieke keuze. Ik begrijp dat, maar het gevaar is dat de energie die in de markt zit om circulair te bouwen, daardoor verdwijnt. Bedrijven die al stappen hebben gezet, kunnen zich achter de oren gaan krabben: Waarom zou ik nog investeren als de regelgeving niet volgt? Zo verlies je kostbare tijd.’

Zijn er goede voorbeelden in binnen- of buitenland?

‘In de nieuwbouw zie je steeds meer fabrieksmatig bouwen met biobased materialen. Dit kan de milieukosten omlaag brengen. Ook in renovatie wordt gekeken naar biobased isolatiematerialen en slimmere installaties om energieverbruik te minimaliseren. Wat betreft hergebruik zitten we nog in een experimentele fase. Er ontstaan wel mooie samenwerkingen tussen ontwikkelaars en sloopbedrijven: in plaats van gebouwen te slopen, worden ze gedemonteerd en opnieuw gebruikt. Ook zie je bedrijven die marktplaatsen creëren voor hergebruikte bouwmaterialen. Maar grootschalig gebeurt dit nog niet.’

Wat is nodig om hergebruik echt van de grond te krijgen?

‘Producten moeten een tweede leven krijgen. Sommige bedrijven doen dit al: ramen en kozijnen worden hergebruikt en geüpgraded naar moderne standaarden. Maar dit gebeurt nog te weinig. We hebben een bouwmaterialenakkoord gesloten om dit te stimuleren, maar de doorbraak moet nog komen.’

Waar verwacht je snel progressie?

‘De grootste vooruitgang verwacht ik in de nieuwbouw, omdat dat relatief makkelijker te veranderen is. In de renovatiesector wordt het lastiger, vooral als het gaat om hergebruik. Daar zullen we over vijf jaar nog steeds in een experimenteel stadium zitten. Een echte versnelling komt pas als bepaalde materialen schaars en dus duur worden. Dat zag je ook bij de energietransitie: pas toen energieprijzen stegen, werd woningisolatie echt op grote schaal toegepast. Dat punt zal in de bouw ook komen.’

Is een zekere mate van dwang nodig?

‘Ja, en dat weten bedrijven ook. Wetgeving loopt altijd achter op de praktijk. Als koplopers laten zien dat circulair bouwen kan, dan durft de overheid uiteindelijk ook normen aan te scherpen. Maar als je aanscherping uitstelt, zoals nu met de milieuprestatienormen gebeurt, dan zakt bij bedrijven de motivatie weg. Ze rekenen erop dat regelgeving volgt. Als dat niet gebeurt, voelen ze zich benadeeld.’

Wat is cruciaal voor echte vooruitgang?

‘Consistente, langetermijnbeleid. Je ziet nu dat een rechts kabinet de regels weer versoepelt, terwijl bedrijven zich net hadden voorbereid op strengere milieueisen. Die onzekerheid helpt niet. We hebben duidelijke, langlopende afspraken nodig, zodat bedrijven weten waar ze aan toe zijn en durven te investeren in circulariteit. Uiteindelijk zal schaarste bedrijven en consumenten dwingen om circulaire alternatieven te omarmen. Maar dat moment laat nog even op zich wachten.’

Persoonlijke vragen Vincent Gruis, Hoogleraar Housing Management TU Delft en voorzitter Transitieteam Circulaire Bouweconomie.

WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Mijn zoon.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
Lord of the Rings.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘Jacob’s Ladder.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Taiji (Tai Chi) en zwemmen.’
WAT IS JE FAVORIETE STAD?
‘Den Haag.’
HOE LAAT STA JE OP?
‘6.00 uur.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
‘Heb ik niet.’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
‘Jacqueline Cramer, vanwege haar tomeloze inzet voor duurzaam bouwen.’

All rights reserved © 2025 Young Media