Michael Theuns, verantwoordelijk voor wonen bij de Provincie Limburg en een veelbelovende CDA-politicus van 30 jaar, heeft ambitieuze plannen. De provincie zet in op grootschalige woningbouw, maar Theuns benadrukt dat het niet alleen om huizen gaat. ‘Het is minstens zo belangrijk om te bouwen aan sterke gemeenschappen,’ zegt hij. Hoe Limburg dat aanpakt en welke uitdagingen daarbij komen kijken, vertelt hij in dit gesprek.
‘De opgave is groot. We moeten minimaal 30.000 woningen bouwen voor 2030. Maar het gaat niet alleen om nieuwbouw. We hebben meerdere pijlers: grootschalige nieuwbouw rond stedelijke kernen, ‘Straatje Erbij’, behoud van leefbaarheid in kleinere kernen en een grote transformatieopgave. Veel naoorlogse woningen zijn niet meer van deze tijd. Daar moeten we echt iets mee doen.’
‘We bouwen nu al structureel meer dan gepland. Drie jaar geleden waren dat er 4.500, twee jaar geleden bijna 4.000 en vorig jaar rond de 3.700. We zagen dat er ruimte was om nog een tandje bij te zetten, dus hebben we de ambitie vergroot. Maar dat betekent wel dat we moeten zorgen dat vergunningen, infrastructuur en marktomstandigheden het toelaten.’
‘Ik weet niet of het een geheim is, maar we hebben vooral realistisch geprogrammeerd. Geen luchtkastelen bouwen, maar kijken wat daadwerkelijk haalbaar is. Dat zorgt ervoor dat de markt meekomt en dat we snel kunnen schakelen als er meer nodig blijkt.’
‘We bouwen zelf geen huizen, maar we spelen wel een verbindende rol tussen gemeenten, projectontwikkelaars en het Rijk. Veel gemeenten zijn te klein om zelfstandig met het Rijk aan tafel te zitten. Wij helpen hen daarbij en organiseren bijvoorbeeld versnellingstafels waarin marktpartijen en gemeenten samen oplossingen bedenken. Een concreet voorbeeld hiervan is de herontwikkeling van het stationsgebied in de gemeente Sittard-Geleen. Daar hebben we een onafhankelijke voorzitter geleverd die de gesprekken tussen de betrokken partijen in goede banen leidt.’
‘Dat is cruciaal. Je wil niet dat een wijk alleen een verzameling huizen wordt. Het gaat om voorzieningen, ontmoetingsplekken, cultuur en sport. We moeten zorgen dat nieuwe inwoners zich mengen met bestaande bewoners en dat er echt sociale cohesie ontstaat. In sommige wijken in Nederland zie je nu al dat dit misgaat. Daar willen wij van leren. We zorgen ervoor dat er sportclubs, buurthuizen en culturele instellingen komen, zodat mensen elkaar blijven ontmoeten..’
‘We kunnen relatief veel woningen toevoegen zonder grootschalige investeringen in infrastructuur. In andere delen van het land zijn miljarden nodig voor spoor- en wegverbeteringen, maar hier is dat niet nodig, wat ons een concurrentievoordeel geeft. We hebben al goed ontwikkelde stationslocaties en voldoende capaciteit op het spoor. Dat betekent dat we ons volledig kunnen focussen op het bouwen van goede woningen en leefbare wijken zonder dat we eerst grote infrastructurele projecten moeten realiseren.’
‘De natuurlijke aanwas is laag, dus we moeten jongeren vasthouden en talent van buiten aantrekken. Dat betekent investeren in universiteiten en innovatieve projecten zoals de Einstein Telescope. Het helpt dat een derde van de internationale studenten in Maastricht blijft hangen. We willen een provincie zijn die aantrekkelijk is voor jonge mensen en niet langzaam verandert in een ‘Florida aan de Maas’.’
‘Dat we willen voorkomen dat Limburg op termijn een regio wordt waar alleen nog ouderen wonen en jonge mensen wegtrekken naar de Randstad of andere economische hotspots. Dat zou betekenen dat de provincie langzaam vergrijst en economische kansen mist. Om dat te voorkomen, moeten we niet alleen woningen bouwen, maar ook zorgen dat er voldoende werkgelegenheid en aantrekkelijke leefomstandigheden zijn voor jonge mensen. De universiteit van Maastricht speelt daar een sleutelrol in, maar ook initiatieven zoals de ontwikkeling van high-tech bedrijven in de regio.’
‘Door niet alleen te focussen op aantallen. We moeten niet vergeten dat het ook gaat om behoud van leefbaarheid in kleine kernen. Voor ouderen is het belangrijk dat ze in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. Dat wordt soms onderschat in het landelijke debat, waar het vooral over grootschalige bouw gaat. Een goed voorbeeld hiervan is het project ‘Straatje erbij’, waarbij we juist in kleine dorpen woningen toevoegen. Dit zorgt ervoor dat ouderen langer in hun vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen en voorkomt dat jongeren noodgedwongen de regio verlaten. Dit soort initiatieven draagt bij aan de sociale samenhang en leefbaarheid op de lange termijn.’
‘Dat woningbouw meer is dan alleen huizen neerzetten. We kijken ook naar de impact op de gemeenschap en hoe we leefbaarheid kunnen waarborgen. Het zou goed zijn als dat aspect landelijk meer aandacht krijgt. Ik merk dat in discussies over woningbouw vaak alleen wordt gekeken naar aantallen en snelheid, terwijl het minstens zo belangrijk is om te kijken naar de kwaliteit van de leefomgeving. Misschien moet daar eens een debat over gevoerd worden in de Tweede Kamer, want als je alleen maar focust op bouwen, zonder oog te hebben voor de sociale kant, dan krijg je op termijn problemen.’
WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
‘Om te stoppen met mijn studie bedrijfseconomie en te starten met bestuurskunde. Mijn hart ligt in de publieke sector.’
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Op mijn naaste omgeving; mijn vrouw, familie, vrienden en het dorp Beek.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
‘Die Welt von Gestern van Stefan Zweig. Geboren als jood in het Habsburgse Rijk van voor de Eerste Wereldoorlog beschrijft hij in 1942 hoe een wereld van zekerheden langzaam maar zeker ten gronde is gericht. Bijna 100 jaar oud, maar verrassend herkenbaar voor deze tijd.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘House of Cards blijft een fantastische serie.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Ik fitness twee keer in de week met een trainer om te zorgen dat ik genoeg beweging krijg. Daarnaast voetbal ik op zondagochtend nog met vrienden in de ‘kelderklasse’, maar daar word je niet per se fitter van, haha.’
HOE LAAT STA JE OP?
‘Elke dag om 06.30 uur.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
‘Oostenrijk! En dan specifiek het Zillertal. Zowel in de zomer als in de winter kan ik genieten van de bergen.’
WAT IS HET BESTE RESTAURANT?
‘Dat is in bourgondisch Limburg lastig kiezen! Elk restaurant heeft wat speciaals. Maar dan ga ik toch voor de combinatie van lekker eten en hele goede wijnen, geweldig persoonlijke service en lekker in mijn eigen dorp: de Lindenboom in Beek.’
WAT IS JOUW MOTTO?
‘Op zijn Limburgs is dat toch ‘geneet van ’t laeve’.’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
‘Ik heb vele inspiratiebronnen. De laatste tijd luister ik veel naar de verhalen van Markus Söder, politiek leider van de CSU en minister-president van Beieren. Hij is een kei in het vanuit eigen kracht vertellen van een verhaal dat gericht is op vooruitgang en progressie, met daarin een juiste dosis trots zijn op waar je vandaan komt en wat beschermd dient te worden.’