20 mei 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #154: ‘Bouwen is het vormgeven van een samenleving’

Eric van der Kooij is voorzitter van de BNSP, de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedenbouwkundigen en Planologen. Hij houdt een pleidooi voor ontwerpkracht bij de ontwikkeling van steden, wijken en straten. Want, zegt hij, alleen met doordacht ontwerp voorkom je de fouten uit het verleden.

Jullie beroepsgroep houdt zich bezig met veel meer dan alleen woningbouw. Hoe zou je jullie rol omschrijven?

‘Wij kijken naar de ruimtelijke puzzels van deze tijd, en die zijn veel complexer geworden. Het gaat niet alleen om één miljoen woningen bouwen, maar ook om klimaatadaptatie, energie, mobiliteit, biodiversiteit, sociale structuren. Alles komt bij elkaar. Ontwerpers – stedenbouwkundigen, planologen, landschapsarchitecten – kunnen helpen die puzzels te leggen. Niet door Excel-sheets te volgen, maar door scenario’s te verbeelden, te testen en te toetsen via ontwerpend onderzoek.’

Je zegt: de complexiteit is toegenomen. Wat maakt het nu ingewikkelder dan bijvoorbeeld de wederopbouw of de Vinex-periode?

‘In de jaren vijftig bouwden we woonwijken naast werkgebieden, met veel ruimte en ongelijkvloerse wegen. In de jaren tachtig en negentig kozen we voor grootschalige uitbreidingen aan de stadsrand, zoals de Vinex-wijken. Daar kon het één nog naast het ander. Nu willen we alles geïntegreerd;  binnenstedelijk bouwen, autovrije zones, klimaatadaptief, circulair, energieneutraal, betaalbaar en inclusief. En dat in een tijd waarin elke meter grond al een bestemming heeft en er veel meer partijen meebeslissen. Het lijstje met ambities en wensen moeten allemaal samen komen in een ruimtelijk voorstel, dat is best lastig.’

Betekent dat dat er meer centrale regie nodig is?

‘Het gaat niet zozeer over de regie, want die is absoluut nodig. Het gaat om hoe integrale besluitvorming kan plaatsvinden op alle schaalniveaus. Ruimtelijk ontwerp of ruimtelijke ordening is niet één van de programma’s maar de wijze waarop alles samenkomt en waarin keuzes ten opzichte van elkaar gemaakt worden. Onze discipline heeft daarin een belangrijke adviserende rol en omdat die puzzel zo ingewikkeld is, is het ook nodig om consequenties van keuzes ruimtelijk te vertalen en inzichtelijk te maken. Mijn pleidooi is om daar ook tijd voor de nemen, om goede keuzes te kunnen maken. Als we straks iets bouwen dat honderd jaar blijft staan, waarom zouden we dan niet een jaar langer nadenken?’

Toch hoor je vaak: het moet snel, er is woningnood. Hoe ga je daarmee om als ontwerper?

‘Er is een misverstand dat ontwerp of ontwerpend onderzoek per definitie traag is. Wij pleiten voor “testen, experimenteren, aanpassen’’. Ontwerpend onderzoek helpt om scenario’s uit te werken: wat gebeurt er als je een wijk autovrij maakt? Wat is het effect van een ander waterpeil? Dat moet je vooraf onderzoeken, anders bouw je een wijk waar je over twintig jaar spijt van hebt.’

Wat kunnen we leren van eerdere periodes waarin er veel gebouwd werd?

‘Na de oorlog waren het vooral sociale huurwoningen; in de jaren negentig vooral koopwoningen. Nu is er weer de neiging om vooral kleine woningen te bouwen, voor starters. Maar als we ons blindstaren op één behoefte, dan maken we wederom de fout dat wijken ééndimensionaal worden. Je moet wijken bouwen waar mensen zich thuis voelen, jong én oud, rijk én arm. Wijken met identiteit en toekomstwaarde. Niet alleen vanuit cijfers, maar vanuit verbeelding en kwaliteit.’

Hoe krijg je ontwerpers dan beter aan tafel bij bestuurders?

‘Dat is een van onze grootste uitdagingen. Bestuurders krijgen of nemen nauwelijks de tijd om ontwerpkeuzes te doorgronden. Vaak worden de afwegingen in het ambtelijk proces al ingekort tot hapklare besluiten. Terwijl wij juist kunnen laten zien wat er mogelijk is, hoe iets eruitziet, en welke gevolgen bepaalde keuzes hebben. Wij proberen – via Platform NL bijvoorbeeld – het belang van ontwerpkracht te benadrukken en condities voor goed opdrachtgeverschap te creëren. En we pleiten voor het gebruik van prijsvragen en open discussies over plannen, in plaats van alles achter gesloten deuren te doen.’

Dus niet alleen tenderen met één winnaar, maar ook leren van de verliezers?

‘Precies.. Nu zie je dat ontwikkelaars een tender winnen en dat dat plan in de publiciteit verschijnt. Maar de tweede en derde beste plannen verdwijnen in de la terwijl daar vaak hele waardevolle inzichten in zitten. We moeten durven publiceren, vergelijken, debatteren. Laat meerdere plannen zien, ook aan bewoners en met bewoners. Dan krijg je draagvlak én betere kwaliteit.’

Welke rol speelt vertrouwen?

‘Tussen overheid en markt, maar ook tussen bewoners en ontwerpers. Nu is er vaak wantrouwen: de overheid denkt dat de markt alleen voor winst gaat, de markt vertrouwt niet op een stabiel beleid, bewoners denken dat er toch al een plan ligt en ontwerpers vinden bewoners soms ook knap lastig. Dat leidt tot stroperigheid. Ontwerpers kunnen daarin een neutrale rol spelen, als verbinders. Wij kunnen helpen ambities en vragen te doorgronden en helpen bij het maken van afgewogen keuzes, op basis van inhoud in plaats van wantrouwen.’

Ben je optimistisch over de toekomst?

‘Ja, eigenlijk wel. Juist omdat er zoveel op het spel staat, is er ook een kans om het anders te doen. Ik zie bij gemeenten én ontwikkelaars steeds meer besef dat het anders moet. Dat het niet alleen gaat om rendement, maar ook om leefkwaliteit. Maar we moeten wél blijven hameren op verbeelding, op openheid en op durven experimenteren. Bouwen is meer dan stapelen van stenen, het is het vormgeven van een samenleving.’

Hoe ziet jouw ideale straat of wijk eruit?

‘Een straat waar verschillende soorten mensen wonen. Waar ruimte is om te spelen, waar je elkaar kunt ontmoeten waardoor mensen elkaar (her)kennen, waar groen is, waar de gevels niet allemaal hetzelfde zijn, waar de auto niet dominant is, en waar je het gevoel hebt dat je ergens bent. Kortom: een plek met karakter, die je onthoudt en waar je graag wil verblijven.’

Persoonlijke vragen Eric van der Kooij

WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
‘Ruimte voor de Rivier, de aanpak van ons rivierenlandschap door met ruimtelijke ingrepen zoals dijkverhogingen, nieuwe natuur en nieuwe vestigingscondities het rivierenland toekomstbestendig en leefbaar te maken.’
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?  

Ontwerp voor het Kazerneterrein in Zuidlaren (1996), simpel concept, makkelijk faseerbaar, verassend divers en mooie profielen.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN? 

“De Duistere Steden” van Francois Schuiten en Benoit Peeters, over beeldende verhalen in verzonnen steden in een tijd waarin machines, techniek en vooruitgang nog verlangens weerspiegelen naar nieuwe horizonnen.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?

“Italy, love it or leave it”. Over hoe cultuur en leefbaarheid onderdeel zijn van je identiteit.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?  

‘Middelgrote steden in Italië qua schaal behapbaar, leefbaar en prachtige cultuur en openbare ruimtes.’
WAT IS JOUW MOTTO?
‘Stel dat …’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?

Bill Waterson (1958), om zijn eigenzinnige. buiten de gebaande kaders, manier van denken. Door het filosofische en het aardse op een vaak nuchtere, relativerende en humoristische wijze te verbeelden in de strips over Calvin & Hobbes.’

All rights reserved © 2025 Young Media