20 mei 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #156: ‘We bouwen aan gemeenschappen, niet alleen aan huizen’

Frans Bastiaens is wethouder stedelijke ontwikkeling in Maastricht. Een stad met een bijzondere uitdaging, namelijk fungeren als een hoofdstad van een gebied waar drie landen bij elkaar komen.

Wat betekent het om te werken aan stedelijke ontwikkeling in zo’n internationale grensregio?

‘Maastricht is echt onderdeel van een ander ecosysteem dan veel andere Nederlandse steden. We liggen aan de rand van het land, maar in het hart van een grensoverschrijdende regio. Als je hier over de grens kijkt, zie je meteen België of Duitsland. Dat bepaalt onze economie, onze arbeidsmarkt en onze studentenpopulatie. Ongeveer 60 procent van de studenten aan de universiteit komt uit het buitenland, waarvan het grootste deel binnen een straal van 150 kilometer. Dat is onze werkelijkheid.’

Wat zijn de grootste uitdagingen voor Maastricht op dit moment?

‘We komen uit een periode van bevolkingskrimp, maar zitten nu in een versnelling. We hebben te maken met tekorten op de arbeidsmarkt, een groeiende vraag naar woningen en een veranderende demografie. De groep 25- tot 45-jarigen trekt weg en en dat is precies de groep die we hard nodig hebben, zowel voor de economie als voor de vitaliteit van de samenleving. Dus de uitdaging is: hoe trekken we die mensen aan en hoe houden we ze vast?’

Wat betekent dat concreet voor jullie woningbouwbeleid?

‘We willen tot 2040 ongeveer 12.000 woningen toevoegen en de bevolking laten groeien met 15.000 mensen. Maar dat doen we met een duidelijke visie. We bouwen niet aan een stad die zomaar groeit; we bouwen aan een kwalitatieve stad. Dat betekent: binnenstedelijk bouwen, geen uitbreiding in het groen. Op plekken zoals de voormalige industrieterreinen van Limmel en het Sphinxgebied voegen we woningen toe, maar altijd met oog voor leefkwaliteit.’

Wat bedoel je precies met ‘kwalitatieve groei’?

‘Dat gaat om meer dan stenen stapelen. Het gaat om de vraag: voor wie bouwen we? En hoe zorgen we ervoor dat mensen zich hier thuis voelen? Gemeenschap is voor ons het sleutelwoord. We weten dat 50 procent van de mensen in deze regio in meer of mindere mate eenzaamheid ervaart. Dus willen we bouwen aan gemengde wijken, waarin mensen van verschillende leeftijden, inkomens en achtergronden samenleven. Dat betekent ook dat je in één gebouw misschien zowel dure appartementen bouwt als sociale huurwoningen. En dat je ruimte maakt voor gedeelde tuinen, ambachtelijke werkplekken of cultuur.’

Heb je daar een concreet voorbeeld van?

‘Een goed voorbeeld is het project aan de Maas, waar een groot pand herontwikkeld wordt. Daar komen straks studentenhuurwoningen, dure appartementen, culturele ruimtes én betaalbare koop in één complex. Een ander voorbeeld is het gebied Limmel aan de Maas, een voormalig bedrijventerrein waar we de regie als gemeente zelf hebben genomen. We ontwikkelen daar de eerste 10 hectare, met zo’n 600 woningen. En ook daar combineren we wonen, werken, voorzieningen en ontmoeten.’

Waarom kiest de gemeente ervoor om zelf gronden aan te kopen en te ontwikkelen?

‘Omdat we daarmee meer regie houden op de kwaliteit. Ontwikkelaars kijken vooral naar rendement, wat logisch is. Maar wij moeten zorgen voor een stad die toekomstbestendig is. Dat betekent dat we ook eisen kunnen stellen aan de plinten, de publieke ruimte, het aandeel sociale woningen en de mix van doelgroepen. We schrijven tenders zo uit dat ze passen binnen die visie.’

Welke rol speelt participatie bij jullie projecten?

‘Participatie is cruciaal, maar het moet wel echt iets opleveren. We merken dat als je pas laat in het proces mensen betrekt, het vaak tot bezwaren leidt en projecten vertragen. Daarom willen we eerder in gesprek, via werkateliers en coproductie. In de wijk Limmel kwam het initiatief zelfs van onderop, van bewoners en ontwerpers die het gebied niet geschikt vonden voor logistiek. Uiteindelijk hebben wij het terrein gekocht en werken we nu samen aan een plan met kwaliteit.’

Hoe ga je om met spanningen tussen groei en leefbaarheid?

‘Dat is echt een zoektocht. We willen als stad groeien, maar ook aantrekkelijk en leefbaar blijven. We zijn de tweede cultuurstad van Nederland, hebben veel monumenten, veel toeristen, en tegelijkertijd bewoners die rust en ruimte willen. Dus moeten we keuzes maken. Geen grote torens in het historische centrum, maar wel op strategische plekken buiten de ring, waar hoogte gepast is. En altijd met oog voor ontmoeting en menselijke maat.’

Jullie werken ook aan regionale OV-knooppunten. Waarom is dat belangrijk?

‘Zuid-Limburg is een netwerkregio. We trekken op met stationslocaties in Maastricht, Geleen, Venlo, Weert en Heerlen. Dat maakt het mogelijk om bijvoorbeeld studenten in Geleen te huisvesten die in Maastricht studeren. Binnen 15 minuten ben je met de trein waar je moet zijn. Dat verlicht de druk op de stad én versterkt de regio als geheel.’

Je noemt vaak de term ‘gemeenschappen bouwen’. Wat bedoel je daar precies mee?

‘Dat je nadenkt over hoe mensen met elkaar samenleven. Niet alleen over het aantal woningen, maar over de kwaliteit van het samenleven. Denk aan een bankje voor de deur, een gedeelde tuin, een plint met een bakker of een fietsenmaker in plaats van anonieme galerijflats creëren we plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat klinkt simpel, maar het vraagt een andere manier van ontwerpen én van ontwikkelen.’

Is dat financieel haalbaar, bijvoorbeeld met projectontwikkelaars?

‘Niet altijd makkelijk, maar wel mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld in een project zeggen: het uitzicht op de Maas is voor de dure appartementen, maar daarbinnen komt ook sociale huur. Zo creëer je een businessmodel dat werkt voor de markt én voor ons doel als gemeente. In één project kunnen zo verschillende behoeften samenkomen. In de Sphinxzone doen we dat ook: kleinere woningen, creatieve functies in de plint, openbare tuinen. Zo ontstaat een wijk met karakter en verbinding.’

Wat is jouw persoonlijke drijfveer in deze rol?

‘Ik wil een stad achterlaten die sterker is dan hoe ik haar aantrof. Een stad waarin mensen zich gezien voelen, waarin ze kunnen wonen, werken en leven in verbinding met elkaar. Maastricht heeft zo veel potentie; historisch, geografisch, economisch. Maar het vraagt om keuzes met visie en om lef. Want bouwen aan gemeenschappen is complexer dan alleen bouwen aan stenen. Maar het is ook veel mooier.’

Persoonlijke vragen Frans Bastiaens

WAT IS HET BESTE ADVIES OOIT?
‘Doe waarvan je gelukkig wordt en laat je niet leiden door angst.’
WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Op de identiteit van Maastricht.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
‘De Alchemist van Paulo Coelho.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘Krabbé zoekt … Het reis- en kunstprogramma van AVROTROS.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Wandelen en Skiën.’
HOE LAAT STA JE OP?
‘6u30.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
‘Frankrijk.’
WAT IS HET BESTE RESTAURANT?
‘Le Thème in Luik.’
WAT IS JOUW MOTTO?
‘Met veel optimisme samen de toekomst vorm geven.’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
‘Er zijn twee mensen die ik graag zou ontmoeten: Sonja Barend en Angela Merkel. Het zijn twee vooruitstrevende vrouwen die ik als voorbeeld zie omdat ze beide bewezen hebben grenzen te kunnen verleggen met als Leitmotiv: Niet uitsluiten, maar insluiten.’

All rights reserved © 2025 Young Media