08 apr 2025 - Redactie VG Visie

VG Visie Daily #136: Cees van Boven: ‘Gemeenten moeten meer bouwen voor senioren’

Cees van Boven, bestuursvoorzitter bij Woonzorg Nederland, ziet een groot probleem: er wordt in Nederland te weinig gebouwd voor senioren. ‘Dat is jammer, want als gemeenten daar meer op zouden inzetten, zou de doorstroming op de woningmarkt verbeteren en zouden meer mensen kunnen verhuizen naar een passende woning.’ Een gesprek over de uitdagingen en mogelijke oplossingen voor seniorenhuisvesting.

Wat is op dit moment de grootste uitdaging voor Woonzorg Nederland?

‘Het vinden van nieuwe locaties voor seniorenhuisvesting. We merken dat gemeenten in hun woningbouwprogrammering nog te weinig aandacht geven aan geclusterde woonvormen voor ouderen. Terwijl dat juist nodig is om eenzaamheid tegen te gaan en de woningmarkt beter te laten functioneren.’

Waarom krijgen senioren minder prioriteit in het woningbeleid?

‘Senioren wonen al ergens. Ze zijn geen starters die bij de wethouder op de stoep staan om een woning te eisen. Daardoor wordt de urgentie niet gevoeld. Maar het probleem is er wel degelijk. Veel ouderen wonen in een eengezinswoning die niet meer bij hun behoeften past. Ze willen best kleiner en comfortabeler wonen, maar het aanbod is er nauwelijks.’

Wat zijn de gevolgen van het gebrek aan seniorenwoningen?

‘Eenzaamheid onder ouderen neemt toe, omdat ze vaak in te grote huizen wonen zonder sociale contacten in de buurt. Uit onderzoek blijkt dat eenzaamheid dodelijker is dan roken. Daarnaast stokt de doorstroming op de woningmarkt. Er zijn in Nederland vijf miljoen eengezinswoningen, waarvan er 1 miljoen bewoond worden door ouderen die daar vaak alleen of met z’n tweeën wonen. Jaarlijks komen er 60.000 van deze huishoudens bij. Toch worden er maar 1.500 tot 3.000 seniorenwoningen per jaar gebouwd, terwijl er 30.000 nodig zijn. Dat is een groot probleem.’

Waarom is eenzaamheid onder ouderen zo’n groot probleem?

‘Eenzaamheid heeft een enorme impact op de gezondheid. We weten uit onderzoek dat eenzaamheid leidt tot een verhoogd risico op depressie, hartziekten en zelfs een kortere levensverwachting. In Nederland zijn veel ouderen afhankelijk van formele zorg, omdat familiebanden minder hecht zijn dan in andere landen. Dat maakt het des te belangrijker dat we woonvormen creëren waarin ouderen elkaar kunnen ontmoeten en ondersteunen.’

Wat doet Woonzorg Nederland om dit probleem aan te pakken?

‘Wij ontwikkelen verschillende woonvormen waarin wonen en zorg gecombineerd worden. Zo hebben we wooncomplexen waar ouderen zelfstandig wonen, maar met gemeenschappelijke ruimtes waar ze elkaar kunnen ontmoeten. Daarnaast stimuleren we wooncoöperaties waarin ouderen in een hechte community wonen en op elkaar kunnen letten. Ook werken we samen met zorgorganisaties om zorgzame buurten te creëren, waarin bewoners langer zelfstandig kunnen blijven wonen met toegang tot de juiste ondersteuning.’

Hoe kunnen zorg en wonen beter gecombineerd worden?

‘Dat kan door wooncomplexen zo in te richten dat zorg dichtbij is, zonder dat mensen direct in een verpleeghuis belanden. Denk aan woonvormen waarin een deel van het complex gereserveerd is voor ouderen met een lichte zorgbehoefte en een ander deel voor ouderen die nog geheel zelfstandig wonen. Daarnaast kunnen welzijnsorganisaties een rol spelen in het organiseren van activiteiten en het bieden van informele zorg. Op die manier voorkom je dat ouderen in een sociaal isolement raken.’

Zijn er financiële drempels die ouderen tegenhouden om te verhuizen?

‘Absoluut. De helft van de 65-plussers heeft een koopwoning, vaak met een hypotheek die is afgelost. Ze ervaren hun woonlasten als laag en zien weinig reden om te verhuizen. Tegelijkertijd zou het financieel aantrekkelijk kunnen zijn om hun overwaarde te benutten voor een huurwoning, maar dat wordt ontmoedigd door fiscale regels. Als je een huis verkoopt en het geld belegt, valt dat in box 3 en word je daarover belast. Dat maakt verhuizen financieel minder aantrekkelijk.’

Wat kan de vastgoedsector doen om het aanbod aantrekkelijker te maken?

‘Ontwikkelaars en beleggers moeten zich meer richten op seniorenhuisvesting. Gelukkig zien we daarin een kentering. Er worden steeds meer woonconcepten ontwikkeld waarbij ouderen zelfstandig wonen, maar met gedeelde voorzieningen zoals ontmoetingsruimtes en zorg dichtbij. Woonzorg Nederland heeft bijvoorbeeld vijf woonvormen waarbij gemeenschappen centraal staan, bewoners naar elkaar omkijken en in sommige gevallen zorg in de nabij is.’

En welke rol spelen gemeenten?

‘Gemeenten blijven achter in hun programmering. Ze hebben vaak wel doelstellingen voor sociale huur, middenhuur en dure woningen, maar seniorenhuisvesting is geen prioriteit. Dat zou moeten veranderen. De nieuwe regiewet zou hierbij moeten helpen, maar het is afwachten hoe die in de praktijk uitpakt.’

Hoe belangrijk is sociale samenhang in seniorenhuisvesting?

‘Heel belangrijk. In Nederland zijn we de afgelopen decennia individualistischer geworden. In veel Zuid-Europese landen is het normaal dat families voor elkaar zorgen, terwijl in Nederland slechts 16 procent van de mensen bereid is voor hun ouders te zorgen. Dat betekent dat we woonvormen moeten creëren die sociale interactie stimuleren. Ouderen moeten elkaar op een natuurlijke manier kunnen ontmoeten. Waarom zou je bijvoorbeeld niet verplicht 10 procent per gemeente voor senioren bouwen, op die manier bouw je aan een gemêleerde gemeenschap.’

Zijn er regels die aangepakt moeten worden om de woningmarkt beter te laten functioneren?

‘Zeker. Neem bijvoorbeeld het hospitaverhuurbeleid. Als een oudere een student in huis neemt, krijgt die student na negen maanden huurbescherming. Dat schrikt veel mensen af. Zo zijn er meer regels die woningdelen of doorstroming in de weg zitten. Daar moet iets aan gebeuren.’

Wat moet er nu concreet gebeuren?

‘Gemeenten moeten seniorenhuisvesting als speerpunt zien. Het Rijk en de provincies moeten hierop sturen. Daarnaast moeten er fiscale prikkels komen om verhuizen aantrekkelijker te maken en moet de vastgoedsector inspelen op de vraag naar comfortabele, veilige en sociale woonvormen voor ouderen. Alleen zo krijgen we de woningmarkt in beweging.’

Persoonlijke vragen Cees van Boven, Bestuursvoorzitter bij Woonzorg Nederland

WAAR BEN JE HET MEESTE TROTS OP?
‘Op het wooncomplex De Stadsveteraan in Amsterdam.’
WELK BOEK IS JE ALTIJD BIJGEBLEVEN?
‘Een klein leven van Hanya Yanagihara.’
WELKE FILM OF SERIE MAAKTE INDRUK?
‘De series The Bear, Succession en House of Cards
Verder wil ik nog graag de voorstelling Prima Facie van Eline Arbo gespeeld door Maria Kraakman noemen.’
WELKE SPORT DOE JE?
‘Zwemmen, hardlopen, fietsen.’
WAT IS JE FAVORIETE STAD?
‘New York.’
HOE LAAT STA JE OP?
‘06:00 uur.’
WAT IS JOUW FAVORIETE VAKANTIEBESTEMMING?
‘Italië.’
WIE IS JOUW VOORBEELD EN WAAROM?
‘Wim Kuijken. Ik heb Wim leren kennen als gemeentesecretaris bij de gemeente Den Haag. Hij is van beslissende invloed geweest op mijn loopbaan door mij de kans te geven naar de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur te gaan. Wim is Secretaris-Generaal geweest bij meerder departementen en werd de eerste Deltacommissaris van Nederland. Zowel de manier waarop hij als Secretaris-Generaal functioneerde maar ook het procesontwerp inrichtte voor de bescherming van Nederland tegen het water met een hele hoge technische complexiteit en waarbij er met nagenoeg alle stakeholders tot overeenstemming moest komen heeft op mij indruk gemaakt.’

All rights reserved © 2025 Young Media